Iran deel 3

                    

Donderdag 7 september
Als wij om half acht uit Jazd wegrijden geeft de buitenthermometer al 21 graden aan. het zal weer een tropisch dagje worden. Vierhonderd kilometer lang rijden wij door eindeloze woestijnvlaktes over zoevend asfalt.

Bij een tankstation komt de plek ons heel bekend voor. Hier hebben wij 2 jaar geleden de hele voorraad alcoholvrij bier opgekocht (tien blikjes)! En zowaar de man herkent ons en wij hem. In een flits pakt hij zijn leren jasje van de stoel, trekt mijn zonnebril van mijn neus, gaat tussen ons in staan en maant een medewerker een foto van hem met ons te maken. Als een Italiaanse gangster met bril staat hij trots tussen de twee verbouwereerde vrouwen. Hij heeft vanavond thuis weer een mooi verhaal te vertellen!
Eenmaal buiten vraagt een man of hij een foto mag nemen en nog voordat ik ja heb kunnen zeggen krijg ik een poepende baby in mijn armen gedrukt en slaat de vader verwoed aan het fotograferen. De baby kijkt mij met verbaasde ogen aan en ik hem of haar.

We zouden een groot deel van onze reis hebben kunnen betalen als wij voor elke foto een euro zouden krijgen!

Uiteindelijk belanden wij dan toch aan het einde van de middag op de immense parkeerplaats van Persepolis. Nog net op tijd om met de ondergaande zon nog enkele mooie foto’s te kunnen maken.

Deze door de Grieken genoemde ”stad der Perzen” blijft verassen. Wij hebben ons verheugd op dit weerzien en bij verschillende belichting is elk beeld op het terrein weer anders.

Ook nu weer brengen meerdere mensen de nacht slapend door op hun tapijtjes naast de auto of in hun wegwerptentjes. Onbegrijpelijk voor ons hoe mensen op de harde betonnen vloer een nacht kunnen overleven.

Vrijdag 8 september

Om acht uur lopen wij met ons kaartje van de vorige dag weer even het terrein op. Er is nog niemand, de opkomende zon en de stilte schept een speciale sfeer.
De belichting is geweldig. En de foto’s zijn net weer iets anders dan de vele anderen die wij al hebben genomen …

                 

Na een uur moeten wij ons dwingen om te vertrekken naar Shiraz, op zestig kilometer afstand van Persepolis en één van de oudste handelssteden van Iran.

De stad met zijn anderhalf miljoen inwoners staat bekend als de stad van literatuur, wijn, bloemen en nachtegalen. De bloemen en met name rozen vindt men terug in de betegeling van wanden en pilaren bij paleizen en moskeeën. Deze bewerking is uniek voor Shiraz.

In de omgeving van de stad vindt men nog veel verwaarloosde wijngaarden. Voor de revolutie was de wijn van Shiraz in het hele land bekend, na de revolutie werd de alcohol verboden en de wijn verbannen uit het dagelijks leven. Nu zijn Australië, Zuid-Afrika en ook Zuid-Frankrijk leveranciers van shiraz-wijnen. En mogen Iraniërs hun shiraz-druiven nog alleen als fruit nuttigen.

          

Ons tweede bezoek aan de Vakilmoskee en de bazaar gaat tot onze spijt niet door. Het blijkt vandaag en morgen een belangrijke Iraanse feestdag te zijn waardoor de bazaar gesloten en de moskee voor ons niet toegankelijk is. Een tegenvaller omdat juist in Shiraz een grote verscheidenheid aan kunstzinnige, handgemaakte producten aangeboden wordt en de Vakilmoskee zeker een tweede bezoek waard zou zijn geweest.

Het mausoleum van Shah Cheraq kunnen wij wel bezoeken. Deze broer van de achtste Iman Reza ligt hier sinds 835 begraven. Zijn tombe is meermaals uitgebouwd en gerenoveerd en in de 19de eeuw is een prachtige spiegelzaal aangebouwd. Zo mooi dat ook hier een tweede bezoek geen opgave is.

We worden weer in een chador gehesen en door een Engels sprekende gids rondgeleid. We mogen alleen de pleinen, fonteinen en de buitenkant van de gebouwen bekijken. De fantastische spiegelzaal en de tombe is voor toeristen afgesloten. Er zijn blijkbaar na de terroristische aanslag in Teheran heel wat voorzorgsmaatregelen genomen waardoor de mooiste zalen in het mausoleum niet meer toegankelijk zijn.

Dan maar dissy eten in een restaurant vol met Iraniërs. Het gerecht is voortreffelijk en de sfeer rondom ons geanimeerd.

Wij overnachten weer bij ons hotel van twee jaar terug en gebruiken de resterende tijd van de middag om aan de site te werken.

Zaterdag 9 september
De morgen besteden wij aan het ordenen van de duizenden foto’s en het op peil brengen van onze garderobe. Dat wil zeggen daar waar mogelijk moet er gewassen worden om er toonbaar te blijven uitzien. Binnen het uur is alles droog en opgeruimd.
Vanuit Shiraz trekken wij naar het noorden en verbazen ons erover hoe in deze woestijngebieden toch hele velden door irrigatie geschikt zijn gemaakt om tomaten te kweken. En gezien alle stalletjes langs de weg is het nu tomatentijd.

Vanuit de parkeerplaats in Pasargad, waar wij overnachten, kijken wij uit op de imposante tombe van Cyrus II (59 – 530 voor Chr). Met hem op de achtergrond gaan wij verder met onze fotoklus.

Zondag 10 t/m dinsdag 12 september
Twee jaar geleden was de nieuwe autoweg van Shiraz naar Isfahan nog in ontwikkeling en niet toegankelijk voor verkeer. Jaloers keken wij toen naar de kamelen die al wel gebruik maakten van dit aalgladde asfalt terwijl wij hobbelend over de oude weg reden. Nu is er geen kameel te zien en glijden wij zeer relaxed over deze snelweg.
Als wij aan het einde van de middag op onze vertrouwde overnachtingsplek midden in Isfahan komen is er het feest van de herkenning. Twee volle dagen en drie nachten hebben wij de tijd om in deze oasestad op 1575 meter hoogte rond te struinen en bijzondere plekken opnieuw te bezoeken.

Als eerste gaan wij naar het Meydan-e Imam plein. Aan dit plein liggen de belangrijkste moskeeën en paleizen, hier komen de inwoners en toeristen tussen de bomen en de spuitende fonteinen verkoeling zoeken.

Er zijn opvallend veel toeristen in de stad. Niet alleen vanuit Europa maar ook vanuit Iran zelf. Ben benieuwd hoe de ayatollah’s het evenwicht bewaren tussen het nodig hebben van de buitenlandse valuta en het “beschermen van de inwoners” tegen de buitenlandse invloeden.
Dit laatste was bij de student voor de Lotfollah-moskee niet gelukt. Hij bleek zeer goed geïnformeerd want tot  onze verbazing vroeg hij ons of Jesse Klaver een politiek standpunt had om de jeugdwerkeloosheid in Nederland te doen verminderen … Wij stonden met de mond vol tanden en niet alleen omdat ons Engels niet toereikend was.
Terug bij onze camper bezoeken ons twee Zwitserse jongens die op weg zijn naar India en Pakistan. Wij zijn tot nu toe gedurende de hele reis nog geen andere campers tegengekomen, behalve dan nu in Isfahan. Leuk om dan even wat ervaringen uit te wisselen.

In de schitterende tuin van hotel Abbasi nemen wij een saffraanijsje en dat hadden wij niet moeten doen. Het is zo ontzettend lekker en verfijnd dat het meerdere ijsje worden en een ritueel voor de komende dagen!

                          

Maandagmorgen is de Lotfollah-moskee om negen uur open en wij zijn de eerste en enige bezoekers. Geweldig!

Het zonlicht valt prachtig door de ramen en het is overrompelend hoe kleur, structuur en vorm een evenwichtig geheel vormen en daarmee een schoonheid creëren die op je netvlies gebrand staat. Wat een verschil met ons vorige bezoek toen tientallen mensen door de ruimte liepen en er veel lawaai was.

We hebben nu ook de tijd om door oude gedeelten van de stad te dwalen en ambachtslieden in donkere ruimtes hun werk te zien maken.

                            

En als laatste struinen wij door de bazaar op zoek naar leuke souvenirs om mee te nemen. Wij bekijken ettelijke miniaturen en zien bij nadere bestudering de verschillen in kwaliteit en prijs. Uiteindelijk komen wij uit bij een internationaal bekende miniaturist die vanuit zijn creativiteit en niet aan de hand van voorbeelden de mooiste miniatuurtjes ontwerpt en dat met een penseeltje van kattenhaar! Na lang aarzelen kopen wij bij hem enkele schilderijtjes.

Aan de verleiding om een schitterend zijden tapijtje aan te schaffen ontsnappen wij door te beseffen dat voor de prijs van een tapijtje we nog een reis met Expedition Far East kunnen boeken.
En steeds keren wij terug naar het fascinerende Imam-plein. Het is het start en het eindpunt van onze tochten door de stad.

Marijke krijgt nog voor haar verjaardag een etentje aangeboden in het ons bekende restaurant Khangostar horend bij hotel Jolfa in de Armeense wijk.

  

Wij genieten van een heerlijk saladebuffet en lamsvlees met rijst en laten ons met de taxi weer terug naar onze camper brengen.
Met moeite nemen wij daarna afscheid van de stad om morgen aan een, voor ons nieuwe, tocht door Koerdistan te beginnen.

Woensdag 13 september
Het is al warm als wij rond half 8 starten voor de 560 kilometers naar Kermanshah, liggend in het westelijk gedeelte van Iran en vallend onder de provincie Koerdistan. Het zijn hoofdzakelijk Koerden die deze streek bevolken. De mannen lopen in donkere wijde broeken en de jurken van de vrouwen zijn kleurijker en met meer glitters bewerkt dan elders in Iran.

We rijden over een vruchtbare hoogvlakte (2300 meter) met aan de westkant de bergketens van het Zagrosgebergte en zien eindeloze velden met tomaten, mais, graan, uien, pompoenen en kolen.

Als wij stoppen om te tanken komen vijf mensen aangelopen. Als ik vraag om diesel verwijzen ze ons naar en gangetje waar we onmogelijk met de camper door kunnen, het toilet blijkt daar te liggen. Vervolgens worden we naar de dieselpomp verwezen om daar tot de ontdekking te komen dat zij geen kaart hebben. Ondertussen hebben zij die twee vrouwen van alle kanten bekeken en commentaar geleverd. Het zou ons niet verbazen als wij hier de eerste buitenlandse toeristen zijn met camper.

De diesel scoren wij elders en ook twee achtervolgers. Al 30 km lang volgen ons twee jongens in de auto. Bij onze lunchpauze komen ze naast ons staan. Verlegen en in hun beste Engels nodigen zij ons uit om bij hun ouders te lunchen. Ze vinden het fantastisch dat wij hun land bezoeken en willen ons dit aanbieden. Wij verontschuldigen ons, zeggen dat we met een groep reizen en op een bepaalde tijd op een plek moeten zijn. Zij dringen niet aan en vertrekken weer. Bij de Iraanse Koerden zien wij dezelfde gastvrijheid als elders in het land. Wij vinden het ontwapenend.

Rond half vijf zijn wij eindelijk op onze bestemming in Bisotun. Hier willen wij de volgende morgen het in de rotswand uitgehouwen reliëf van Darius I bekijken.

Donderdag 14 september
De parking waar wij staan is ook de ingang van een begraafplaats. En kennelijk is er deze morgen een begrafenis want hele families in rouwkleding trekken aan ons voorbij.

De inscripties in de rotswand beschrijven de overwinningen en de heldendaden van Darius I in het Oud-Perzisch, Elamitisch en in het Babylonisch. Daarnaast is er nog een groot reliëf van 5,5 bij 3 meter. Van beneden af moeilijk te zien en voor ons niet te bereiken. Iets verderop in de rotswand is een beeld van Hercules uitgehouwen (148 voor Chr). We hebben lang moeten zoeken voordat wij het beeld vonden.

          

Op weg naar onze Qhuri Qaleh Cave komen wij langs Taq-e Bostan, liggend in de buurt van Kermanshah. Ook hier zijn verschillende reliëfs in de rotsen gevonden uit 600 na Chr. die verhalen uitbeelden die vergelijkbaar zijn met onze Arthurlegenden.

        

Dit alles ligt in een prachtig park met een kunstmatig aangelegd meer en wordt door de bezoekers  gebruikt als picknickplaats en overnachtingsplek.

Van hieruit nemen wij een taxi om nog even de bazaar van Kermanshah te bezoeken. De jonge taxichauffeur wil ons gratis naar de stad brengen. Als wij hem toch  willen betalen neemt hij dat na enige afwijzingen uiteindelijk aan. We worden afgezet bij de kleding en stoffen. Aan de hoeveelheid stoffen te zien moet elke vrouw in Iran wel over enige avondjurken beschikken.

                              

Tussen al deze glitter zit een ouder vrouwtje op de grond te bedelen. Een Iraniër, omhangen met fotoapparatuur, gaat op de grond voor haar zitten en maakt eindeloos foto’s van haar gezicht. De vrouw zegt niets. Als hij eindelijk klaar is wil hij opstaan en weglopen, zonder de vrouw te bedanken of iets te geven. Wij kijken het gebeuren met ontzetting aan. Hoe kun je iemand zo tot object maken. Enkele verkopers maken er opmerkingen over naar de man. Die haalt de schouders op en loopt door. Hoewel het niet te compenseren is geven wij de vrouw wat geld om toch nog een leuke dag te hebben.

Na dit incident hebben we genoeg van de bazaar en nemen een taxi terug naar onze camper en rijden van daaruit naar de Quri Qaleh Cave.
Het is een heksenketel op de parkeerplaats voor de grot. Iedereen wil zo dicht mogelijk bij de grotten en de kraampjes staan. De iets hoger gelegen parkeerplaats is bijna leeg en biedt uitgebreid ruimte voor onze campers.

De grot is één van de langste grotten in Azië en nog maar voor een klein deel voor het publiek toegankelijk gemaakt. Aanvankelijk konden speleologen maar tot een diepte van 620 meter komen vanwege de hoge waterstand. In 1989 hebben Iraanse wetenschappers een diepte van 3140 meter gemeten en 12 km aan kronkelige paden in beeld gebracht.

Terug op de parkeerplaats zijn wij getuige van een Koerdische bruiloft met dans waarvan wij er nog velen zullen zien. De bruid lijkt niet altijd gelukkig met de gang van zaken.

Ineens verschijnt ook op de parkeerplaats onze “bazaarfotograaf” met mannelijk model. Hij pakt ongevraagd de stoel van Atje, zet die voor de truck van Hans  en maakt eindeloos foto’s van zijn model met op de achtergrond de verbaasde Atje die zich afvraagt wanneer ze haar stoel terug krijgt. Deze fotograaf is de enige Iraniër waar wij slechte herinneringen aan over houden.

Vrijdag 15 september
Op onze route naar het noorden en langzaam richting huis staan nog enkele bezienswaardigheden op het programma. Maar eerst genieten wij nog van de schitterende bergweg. De oogsten zijn binnen en de akkers worden geploegd en opnieuw ingezaaid. Het landschap vertoont alle kleuren bruin en geel.

De vele fruitkraampjes langs de weg beschikken allemaal over bronwater waarmee het fruit wordt gekoeld en gespoeld. De ideale plek om even een wasje uit te spoelen en met een Koerdische familie op de foto te gaan.

Onderweg passeren wij de vulkaan Zendan-e Soleyman. De trappen naar de krater zien er  niet uitnodigend uit. In deze hitte is het aan de grond al warm, laat staan als je het hogerop zoekt. Eensgezind besluiten wij verder te rijden.
We zijn ruim op tijd op onze overnachtingsplek om de opgraving Takht-e Soleyman (Troon van Salomon) nog voor het donker te bezoeken.

Dertig jaar geleden was dit gebied nog van de buitenwereld afgesloten en alleen met terreinwagen of ezel bereikbaar. Nu kunnen wij op prachtig asfalt tot onder aan de vestingmuur rijden. Deze plek was één van de belangrijkste heiligdommen van het Zoroastrisme. Het bevat ondermeer moskeeën, tempels en baden. Opvallend is het meer in het midden, gevormd door bronnen die een constante temperatuur van 21 graden hebben. Het overtollige water zoekt zijn weg naar lager gelegen gebied via kleine kanaaltjes.

             

Zaterdag 16 september
Na een stille nacht worden we uitgerust wakker.
Ons hoofddoel wordt vandaag het zoutmeer Urmia. De tocht voert ons door een verassend mooi gedeelte van Koerdistan, maar het zoutmeer is uitgedroogd, zoals Koerden ons laten weten en wij ook zelf kunnen waarnemen.

De overnachtingsplek wordt daarom verplaatst, Nancy en Hans vinden nog een mooie plek ver van de weg op een eindeloos stoppelveld. Toch heeft de eigenaar van het veld ons gespot en komt poolshoogte nemen. Hij heeft geen bezwaar tegen een overnachting op zijn land.

Zondag 17 september
Het verraderlijke heuveltje om van het terrein af te komen doen wij  handgeschakeld in de twee en we komen zonder moeite boven. Ook de anderen lukt het uiteindelijk.
En dan op naar ons laatste overnachtingsplek in Iran, Maku Qarah Kelisa.
Langs ettelijke ogenschijnlijke politieposten – in Iran heeft men kartonnen politie auto’s met een knipperlicht die langs de kant van de weg staan en van verre niet van echt te onderscheiden zijn – komen we bij het Armeense kerkje aan.

Het is een juweeltje, maar nog steeds in restauratie. We nemen ons fotoboek mee en laten de stratenmaker zien hoe hij twee jaar terug bezig was. Iedereen wil zijn foto’s en ook die van de kerk zien. De mensen zijn trots op hun kunstschatten.

En dan wordt het onze laatste avond in Iran. Morgen gaan we de grens naar Turkije over.

Maandag 18 september
We beginnen met een felicitatie aan Nancy vanwege haar verjaardag. Vervolgens zetten wij de klok anderhalf uur terug en krijgen daardoor zomaar anderhalf uur tijdwinst.
Is het daarom zo rustig aan de grens? Tot onze verbazing hebben wij binnen twee uur twee grensovergangen gepasseerd.
In Dogubeyazit vullen wij onze boodschappen aan en gaan op zoek naar een fles witte wijn. Er is maar één winkel die wat drank mag verkopen en dan nog mondjesmaat. Erdogan is wel goed bezig …

Bij het Ishak Pasha paleis, een fotogenieke omgeving, worden ettelijke bruidjes op de foto gezet  en zitten wij op de eerste rij.

              

Als iedereen vertrokken is vieren wij de verjaardag van Nancy. Het wordt zienderogen kouder, maar toch kunnen wij nog buiten genieten van de lekkere hapjes van Nancy die schitterend worden opgediend en heerlijk smaken. En van de wijn, die na een maand onthouding een traktatie is!!

Vroeg liggen wij in bed en denken een rustige nacht te hebben. Het tegendeel blijkt het geval. De jeugd had zich een uitbundig avondje met harde muziek op de berg voorgesteld. Ze laten zich niet door vier campers tegenhouden en maken er een gezellig avondje van.

Dinsdag 19 september
Om half zes staan we op om aan ons verslag te werken. Rond negen uur vertrekken wij naar Erzurum waar de laatste avond van onze reis is. We staan midden in de stad en dat vraagt enige tijd om op de parkeerplaats te komen die Hans voor ogen heeft.
We hebben ons afscheidsetentje in een oorspronkelijke Turkse woning die tegelijk als museum en als restaurant wordt gebruikt. Turkser kan het niet.
Ook nu weer geeft Hans met foto’s op de laptop een prachtig overzicht van wat wij allemaal hebben gezien. Het is zoveel dat we het nauwelijks kunnen behappen. Het eten is lekker, maar wij nemen het Erdogan kwalijk dat hij Turkije langzaam drooglegt.
Met gemengde gevoelens lopen wij naar onze camper terug. Morgen gaat iedereen zijns weegs en zit onze reis er weer op. Wij danken Nancy en Hans voor weer een fantastische reis. En hopen op een volgende.