Albanië deel 3

Donderdag 2 mei
De regen maakt het iets gemakkelijker om onze mooie plek aan zee in Sarandë te verlaten. We hebben hier heerlijke dagen doorgebracht.

De SH81 brengt ons naar Butrint, ook wel de archeologische parel van Albanië genoemd. Deze oude stad met monumenten uit de Griekse, Romeinse, Byzantijnse en Venetiaanse tijd is één van de drukste bezochte bezienswaardigheden van Albanië en staat op de werelderfgoedlijst.

Vijf jaar geleden hebben wij uren rondgelopen over dit 8600 hectare groot terrein (zie Albanië 2019).

 

Bij de hoofdingang is het een grote chaos van bussen, taxi’s, campers en personenauto’s. De aanwezige politieagenten zijn niet in staat orde in de chaos te brengen.
Wij proberen te keren, wat op zich al een hele onderneming is, en rijden terug naar een parkeerplaats kilometers voor de opgraving waar wij wachten tot Hammy en Geert ook deze prachtige site hebben bezocht.

Wij hebben vaker gemerkt dat een bezoek aan bezienswaardigheden of opgravingen relaxter verlopen als je zo vroeg mogelijk op de site aanwezig bent. Je kunt parkeren en je hebt het terrein voor jou alleen.

Om naar het noordoosten van Albanië te komen nemen we de weg terug naar Sarandë en dan de SH78 naar Jorgucat.

De vorige keer hebben wij Syri i Kalter (the blue eye ofwel het blauwe oog) overgeslagen vanwege de grote drukte. Nu doen we opnieuw een poging. De weg er naar toe is nu prachtig geasfalteerd en er is een grote parkeerplaats aangelegd.

Eenmaal op de parkeerplaats is het nog twee kilometer klimmen naar de bron. Wil of kun je dit niet dan zijn er enkele andere mogelijkheden, een elektrische step, een scooter, of een treintje. Marijke en ik kiezen voor deze laatste optie.

Wat ons opvalt is dat je bijna nergens bonnetjes krijgt bij een betaling. In campings niet, en ook  in veel restaurants niet. Laat staan dat je met je pinpas kunt betalen. Daar waar het wel kan is het bedrag verhoogd met 5 tot 8 procent. Ook geld pinnen bij een bank kost je een flinke toeslag.
Bij de blue eye wil de man aan de kassa Marijke geen kaartje geven. Marijke eist haar kaartje op maar krijgt het pas als een collega tussenbeide komt en de man beveelt om een kaartje te overhandigen. Pech voor de beambte want nu kan hij het geld van het kaartje niet in eigen zak  steken. Er wordt ongelooflijk veel geld zwart verdiend, ook bij overheidsinstellingen, door dit soort handelingen.

 

Het blauwe oog is het tweede karstverschijnsel dat we op deze reis meemaken.
Het is een zoetwaterbron die op ongeveer vijftig meter diepte is ontstaan en waar onder hoge druk zes kubieke meter helder mineraalwater per seconde naar boven wordt gespoten.
Het water rond de bron is diep blauw en kraakhelder. De bron zou de vorm van een oog hebben, maar dit schijnt alleen met een drone goed te zien zijn.

De bron is omgeven door een schitterende natuur die sprookjesachtig aandoet. En op een terras aan het water met een ijsje wordt het weer een dag met een gouden randje.

 

We rijden verder over de E853, gaan de grens naar Griekenland over en vinden een overnachtingsplek in Klidonia bij camping Via Natura in het Nationaal park Noord Pindos in Griekenland.
Het park is opgericht in 2005 en is met een oppervlakte van ca 2000 km2 en is door toevoeging van twee andere nationale parken het grootste nationale park op het Griekse vaste land geworden.
Door de opmerkzaamheid van Hammy wandelen we een klein stukje het natuurpark in en zien een mooie brug uit 1853 en een bos met prachtige oude bomen. Het kleine museum bij de ingang van het park toont de dieren die je op een wandeltocht kunt tegenkomen, onder andere de bruine beer, wolven, vossen, otters, bergpatrijzen en reeën.

De wegen in Griekenland zijn een verademing na alle kuilen en gaten in Albanië. Hoewel in de afgelopen vijf jaar veel wegen zijn verbeterd, heeft Albanië nog een grote achterstand in te halen. Maar het genot is van korte duur want wij naderen weer de grens met Albanië. Opvallend dat op de bewegwijzering nergens wordt aangegeven dat we naar de grens rijden en ook nergens een bordje Albanië zien. Waarom dit is, is ons niet duidelijk.

Weer in Albanië gaan we naar onze forellenkwekerij en camping Farma Sotira, voorbij Leskovik aan de SH75. De forellen zwemmen in grote getale in hun langwerpige bakken. In de middag nuttigen wij al zo’n lekker visje.

 

Wij zijn aanvankelijk de enige campinggasten. De camping ziet er verwaarloosd uit. De toiletten zijn zo vies dat wij foto’s maken en daarmee naar de campingbaas gaan. Hij laat ze meteen schoonmaken. Het niet meer in gebruik zijnde zwembad wordt nog steeds gebruikt door de brullende kikkers. Het accent ligt duidelijk op de gasten die gebruik maken van de huisjes en de bussen met gasten die komen eten.

Na één nacht hebben wij het wel gezien. En het ontbijt is niet meer gratis ….

Zaterdag 4 mei
Op de dag van onze dodenherdenking komen wij langs twee indrukwekkende oorlogsmonumenten in Borovë. Het ene monument herinnert aan de aanval van de partizanen op een Duits konvooi.

Het andere de begraafplaats van de 107 inwoners van Borovë die enkele dagen na de aanslag levend verbrand zijn in een kerk, als represaille voor deze aanval (juli 1943).

Albanië heeft veel herdenkingsmonumenten die doorgaans goed onderhouden zijn.

Terwijl ik rij ziet Marijke op Google Maps een restaurant Sofra Kolonare, in de buurt van Erseke, geroemd om zijn gebak en heerlijk eten. Maar we hebben een probleem, Geert rijdt voorop …. Wij stoppen bij het restaurantje en hopen dat het duo voor ons in de gaten krijgt dat wij niet volgen, maar dat gebeurt niet. Wij er weer achteraan. Vijf kilometer verderop stopt Geert. En na overleg besluiten we terug te rijden naar dit restaurantje. Een zeer goede keus. Uitstekende koffie en heerlijk gebak. Een brandende open haard en prachtig uitziende gerechten bij de andere gasten.

Wij spreken af om in volgende gevallen de telefoon drie keer te laten overgaan en dan op de eerstvolgende parkeermogelijkheid te stoppen om te kunnen overleggen. Prima afspraak.

De laatste kilometers naar Korçë is de weg vol gaten en door de regen zijn alle kuilen moeilijk zichtbaar.

Omdat het stadje Korçë beschreven werd als het Parijs van Albanië, besluiten wij er een stop te maken. Midden in het centrum vinden we een parkeerplaats naast een villa met kamerverhuur. Zeven euro voor de plek, zonder voorzieningen. Voor elke voorziening die je meer wilt moet je apart betalen.

De associatie met Parijs hebben wij niet kunnen achterhalen. Wel een moeilijk te vinden Italiaans restaurant op een bovenverdieping met de naam Secret en een voortreffelijke tekst waar wij ons alle vier in herkenden, nl “Do not eat and drink to survive, do it for pleasure!” Wij passen het dagelijks toe.

In de stad hangen in de parken spandoeken met prettig paasfeest. Wij verbazen ons dat deze nog niet zijn weggehaald. ’s Nachts worden we even wakker door klokgelui en vuurwerk maar slapen daarna weer verder.
’s Morgens komt Geert vertellen dat hij is gaan kijken wat er aan de hand was en midden in het orthodoxe paasfeest terecht is gekomen. Tienduizenden mensen met kaarsen over straat. Hoe hebben wij dit kunnen missen ….

Zondag 5 mei tot en met dinsdag 7 mei
Vanaf  Korçë is het een uurtje rijden naar onze camping aan het meer van Ohrid. De camping ziet er nog net zo verzorgd uit als vijf jaar geleden en het eten is nog even lekker. Alleen de huiswijn is niet te drinken. 

           

Als wij de campingbaas ons fotoboek laten zien met daarin de foto van zijn camping is hij enthousiast, maar zegt direct “ik had de haag moeten snoeien”. Hierbij een foto van de nu wel goed gesnoeide haag!

Eindelijk weer even tijd om boeken te lezen, klusjes te doen en een wandeling te maken in het hier vlakbij gelegen natuurpark. Een pauw begint net aan zijn verleidingsdans. Het resultaat is magertjes want de hen is niet onder de indruk en wandelt parmantig verder.

           

Morgen rijden we Albanië uit en Noord Macedonië in.

Lees verder Noord-Macedonië – Kosovo – Hongarije