Zweden deel 1

Zaterdag 18 maart
De reis kan nu echt beginnen. Iedereen is klaar voor de kennismaking en de eerste informatiebijeenkomst deze morgen.
Paul en Christine zijn onze begeleiders in dit Lapland avontuur. We zijn met een kleine groep van acht campers met zestien personen, een prettig aantal om mee te reizen.

Na een kennismakingsronde volgt wat praktische informatie voor het rijden in de sneeuw: niet remmen maar terugschakelen, defensief rijden, de auto “rustig laten rollen”, rekening houden met de sneeuwranden aan de weg die als betonranden kunnen zijn. Voor ons als beginnelingen in de sneeuw, wij zijn vertrouwder met het zand, is het best spannend. 

Na de lunch een oefening voor het aanbrengen van de sneeuwkettingen. Paul doet het voor en wij doen het daarna, dat wil zeggen Marijke legt ze er om en ik maak de foto’s zodat we later kunnen zien hoe het nu precies zat. Beiden hopen we ze niet nodig te hebben.

                     

Na de welkomstborrel met lekkere Zweedse hapjes liggen we om negen uur in bed.

 

Zondag 19 maart
De temperatuur was vannacht -15 graden, maar bij ons vertrek vanmorgen al gestegen tot -9.
Verbaasd kijken we naar onze bevroren yoghurt en boter en constateren dat onze koelkast als vriezer dienst doet. Dat was nou ook niet weer de bedoeling.

 

 

Van Strömsund rijden we door een mooi sneeuwlandschap de 138 km naar Gäddede. Een klein dorp met niet meer dan 500 inwoners en behorend tot de gemeente Strömsund. Het dorp ligt tussen twee meren en vlak aan de grens met Noorwegen.

De campings in Zweden zijn voorzien van vele faciliteiten. Ze hebben allemaal een gemeenschappelijke keuken, en meestal beschikken zij over ovens, magnetrons, kookplaten, borden en bestek. Een ideale plek om een maaltijd te bereiden en warm te zitten.
En van de gezamenlijke borrel in het café op de camping straalt ook de nodige warmte uit.

Maandag 20 maart
In Gäddede zijn we maar 20 km verwijderd van de Hällingsafallet, een majestueuze waterval in een 800 meter lange canyon, en met 43 meter één van de hoogste watervallen van Zweden.
Die willen we graag bezoeken maar het 5 km lange dalende en stijgende wandelpad is voor mij geen optie. Er wordt door Paul en Christine een 4×4 georganiseerd en Ron, een Nederlander die al 20 jaar in dit eenzame gedeelte van Lapland woont, rijdt ons en nog drie anderen tot 500 meter voor de waterval. Het laatste stukje leggen we lopend en glijdend af. De stoeren onder ons wandelen de 5 km.

De waterval is een imponerende creatie van de natuur, die nu een bevroren ijsmassa is waaronder je het water hoort stromen. We vinden het geweldig, en de vele verhalen van Ron over zijn leven in Lapland geven nog een extra dimensie aan dit hele gebeuren.

Na afloop worden wij door Ron uitgenodigd op zijn 450.000 vierkante meter landgoed aan het meer met daarop zijn zelfgebouwde houten huizen en hokken voor vogels en honden. Een man die past in deze natuur en geschikt lijkt voor dit eenzame leven. 

Het is ons duidelijk, wij zouden het niet kunnen! Maar het lukt ons wel een heerlijke maaltijd in de gemeenschappelijke keuken op te dienen.

                      

Dinsdag 21 maart
Om kwart over acht starten we de camper voor een 300 km lange rijdag naar Saxnäs. Het sneeuwlandschap is afwisselend, soms rijden we door bossen dan weer langs besneeuwde meren en de bevroren sneeuw op de wegen vraagt een aangepaste snelheid.

De Zweden rijden zeer relaxt. Blijven vaak achter je rijden en halen vaak pas in als jij aangeeft dat het kan. Uitzonderingen zijn de vrachtwagens die je met 80 voorbij razen en je in een wolk van sneeuw verblind achterlaten. 

Onderweg passeren wij de grens van Zweeds Lapland.
Lapland is geen duidelijk omgrensd land. Het strekt zich uit over Noorwegen, Zweden, Finland en een klein deel van Rusland. De Sami, het volk dat hier van oudsher woont, noemen hun land Sápmi. Het totaal aantal Lappen wordt geschat op 70.000 waarvan ca 40.000 in Noorwegen, 20.000 in Zweden, 6.000 in Finland en 2.000 in Rusland wonen.
Het is van oorsprong een nomadisch volk dat bestond uit jagers, vissers en verzamelaars. Zij volgden de jaarlijkse voedseltrek van hun rendierkudde en overnachtten in hun karakteristiek koepelvormige tenten. Tegenwoordig leven de Sami in huizen en volgen op sneeuwscooters hun rendierkudde. Ze moeten moeite doen om hun cultuur te handhaven, met jaarlijkse festiviteiten proberen zij hun tradities in stand te houden.

             

Daarna stoppen wij bij een visrokerij annex delicatessen zaak waar wij heerlijk lunchen.
Op een boerenerf in Saxnäs overnachten wij. Het plaatsje met zijn 140 inwoners is nog kleiner dan onze vorige plek, maar heeft toch een supermarktje, een restaurant en een benzinepomp. Bijna alle winkeltjes hebben een kleine corner waar men ook koffie kan drinken.

 

Sommige mensen zie je steppend achter hun slee de supermarkt bezoeken. Het gaat sneller en je hoeft je boodschappen niet te dragen.
In het plaatselijke restaurant wordt ’s avonds een maaltijd geserveerd voor diegenen die dat willen. Wij drinken een aperitief bij het haardvuur in een blokhut op een heuveltje met uitzicht.

 

Woensdag 22 maart, temperatuur -16 graden
Door de vele sneeuw die er al ligt en nu ook nog valt is het een ideaal moment om een wandeltocht op sneeuwschoenen te maken. Met die grote flappen onder je voeten zak je niet helemaal in de diepe sneeuw weg en kun je nog vooruit komen.
Met ons kleine groepje lopen wij in dit prachtige verstilde landschap genietend rond. Na ongeveer een uur zijn wij terug en de andere groep na 2 uur.

Ondertussen blijft de sneeuw maar vallen. We zijn benieuwd hoe het morgenvroeg zal zijn.

Donderdag 23 maart, -10 graden
Als wij om half 7 opstaan is de mevrouw van de camping al aan het sneeuwruimen. Niet makkelijk omdat de sneeuwschuiver door de hoge sneeuw steeds vastloopt.

Ook bij ons loopt het niet gesmeerd. De achterdeuren zijn bevroren en het duurt een uur voordat wij de deuren met de föhn ontdooit hebben. Het ontbijt laten we schieten om vooral niet als laatste bij deze slechte weersomstandigheden te vertrekken.
Als we de camping verlaten is de weg nauwelijks te zien. We rijden stapvoets en heel voorzichtig. Geveegd is er nog niet, dat gebeurt pas als er 10 cm sneeuw is gevallen. 

Gelukkig is de afstand tot de volgende overnachting maar 150 km en zijn we binnen 3 uur op de camping.
Een koppel is van de weg geraakt en kan niet op eigen kracht de rit hervatten. Paul en Christine rijden naar hun toe en regelen een takelwagen.

        

Wij worden op camping Storuman door Janne en Tina hartelijk ontvangen. In een prachtig houten gebouw in de vorm van een tipi, ooit als kerk gebruikt nu als warme ontvangstruimte, genieten wij van verse wafels met bergframbozenjam en slagroom. Daarna zijn nog een aantal mensen van de groep op het meer gaan ijsvissen. Meer dan één visje heeft de inspanning niet opgeleverd. 

Vrijdag 24 maart, -20 graden
Marijke krijgt met enkele anderen langlauf-les en aansluitend een tocht over het meer. Het valt haar niet mee, ze ligt regelmatig in de sneeuw.
’s Avonds worden wij beloond met een heerlijk diner, klaargemaakt door Tina die van huis uit kok is. Wij hebben ervan genoten.
Als toetje krijgen wij ’s avonds nog het noorderlicht te zien. Nu eens niet op plaatjes, maar met het blote oog. Een bijzondere ervaring!

Zaterdag 25 maart, -20 graden
Ons toilet is bevroren en in de camper is de temperatuur alles behalve aantrekkelijk. Wij hebben twijfels of wij moeten volhouden, of het niet verstandiger is te besluiten om terug te keren naar Nederland.

 

De wildcamps liggen voor ons en het is de vraag of de zojuist gearriveerde aggregaat ons de nodige warmte kan bieden. Daarom stelt Paul voor het aggregaat eerst uit te proberen. Het aggregaat kan maximaal 1500 watt leveren en in de camper is het bij onze voeten 10 graden onder nul. Christine levert nog een wollen deken als aanvulling.
Het voelt alsof wij bezig zijn met een overleving op Nova Zembla, waar wij per ongeluk door de keuring zijn gekomen, terwijl wij niet geschikt zijn voor deze uitdagingen met een camper die kan rijden maar verder alleen toegerust is met een te goed werkende koelkast.
Het aggregaat, te groot voor onze camper, mag gelukkig in de camper van Ruud gestald worden.

Wij doen onze boodschappen in het dorp, en bezoeken de goedgevulde staatswinkel voor de drank. Het valt ons op dat in de supermarkten het voedsel in grote verpakkingen wordt verkocht en met name artikelen die lang houdbaar zijn. Ook heeft elke supermarkt een uitgebreide afdeling met snoepgoed.

Zondag 26 maart, -28 graden
Om half 8 staan we klaar voor onze tocht op de sneeuwscooter. Met al onze lagen kleding zien wij eruit als Michelin-poppetjes. Maar dan komt het telefoontje dat vanwege de lage temperaturen de rit is afgelast. De begeleider vindt het onverantwoordelijk om bij -28 graden en een koude wind te gaan snowscooteren, de kans op bevriezingen is te groot.
Onze camper heeft het zwaar bij het starten, maar brengt ons uiteindelijk toch naar Arjeplog.

Dit is een klein oud dorpje aan de rand van de poolcirkel met niet meer dan 2700 inwoners. Al bijna 50 jaar lang test de autoindustrie zijn prototypes op de bevroren meren van Arjeplog. Daardoor krijgt het dorp er in de winter 3000 ingenieurs te gast die ondergebracht worden bij Zweedse gezinnen en in hotels. Ondanks de bedrijvigheid in de winter verlaten steeds meer mensen Arjeplog. Om deze leegloop te stoppen  probeert de gemeente met een donatie van 1000 euro iedereen te belonen die zich in Arjeplog wil vestigen.
Wij verblijven 2 dagen op Camping Kraya in Arjeplog.

 

Maandag 27 maart, -27 graden
Alles wat in onze camper kan bevriezen is bevroren, van babydoekjes tot natte theedoeken, van waterflessen tot soep in pakken en ook de 10 liter jerrycan met water is een bonk ijs. Bij Marijke is de grens bereikt, ze wil zo niet verder. Soms is reizen hard werken, maar het moet wel leuk blijven. Ik ben het helemaal met haar eens, maar als Tukker vind ik twee keer een reis betalen en er niets voor terug krijgen toch te ver gaan.

We overleggen met Paul en Christine. Het is duidelijk dat het aggregaat te zwak is om ons ook maar enig comfort te geven. We kijken samen of ons probleem op te lossen is met campings in de buurt van de wildcamps waar we met behulp van stroom het nog enigszins kunnen uithouden. En het aggregaat wordt teruggebracht naar waar wij het gehuurd hebben. Met ondersteuning van Paul en Christine draaien wij de knop om en zetten onze reis voort.
De natuur heeft geen last van al onze problemen en ziet er op deze koude morgen schitterend uit. De rijp op de bomen straalt in het zonlicht, alleen nu wij nog.

We rijden Arjeplog in om boodschappen te doen en de plaatselijke bezienswaardigheden te bezoeken.

Midden in het stadje is in het huis van Einar Wallquist, bijgenaamd de Lappendokter, een museum gevestigd. Deze arts was gefascineerd door de cultuur van de Lappen en verzamelde in zijn lange leven (90 jaar) vele  sieraden en gebruiksvoorwerpen van de Samen. Het zilver van de sieraden is afkomstig uit de zilvermijnen in de buurt.
Het is meer een volkenkundig museum dan een zilvermuseum, ons inziens beslist de moeite waard.

 

Het plaatselijke kerkje vlak bij het museum ziet er uitnodigend uit en heeft met zijn kleuren rood, zachtblauw en wit een warme uitstraling. In een inham van de kerk staat een tafel waarop plantjes  staan te kiemen. Huiselijker kan het niet.
Rond de kerk zijn sobere houten huisjes gegroepeerd. Als bij slechte weersomstandigheden de kerkgangers na de kerkdienst niet huiswaarts konden keren, werden deze huisjes gebruikt om te overnachten.

Daarna volgen wij onze route via de 94, een lange mooie tocht. Aan weerskanten van de weg staan op sommige plekken stokken met daaraan zwarte plastic zakken. Het blijkt dat de Samen daarmee aangeven dat op die plekken rendieren vaak oversteken, het dient als waarschuwingsteken voor automobilisten.
En het klopt. Tot onze verrassing komen wij op meerdere plekken rendieren tegen. Mooie beesten om te zien.

De groep gaat naar een parkeerplaats in Piteå en wij naar een nabij gelegen hotel met een parkeerplaats waar de camper aan de stroom kan staan. Helaas hebben we maar 4 ampère. We denken het hiermee te redden, maar om 2 uur ’s nachts valt de stroom uit. Marijke gaat het bed uit, zet de schakelaar van de stroompaal weer aan en we kunnen weer verder slapen.

Naar Zweden deel 2