Marokko heen

        

Donderdag 8 januari
Vandaag ontmoeten we elkaar op de camping in Tarifa. Vijf jaar geleden stonden we op dezelfde camping maar wel met hogere temperaturen. Nu is het ijzig koud.
Het eerste gezamenlijke etentje doet niet aan Afrikaanse temperaturen denken. Het is zeven graden boven nul en in een eetzaal zonder verwarming moeten we het hebben van onze thermokleding en winddichte fleeces.
Iedereen staat nog wat onwennig tegen over elkaar. Maar dat zal de komende maanden wel anders worden.

Vrijdag 9 januari
We nemen de snelle boot van Algeciras naar Tanger. Alle campers, auto’s en vrachtwagens moeten achterwaarts de boot op. Dit zijn manoeuvres waar ik niet zo enthousiast over ben.
Een onderonsje met de bootsman doet mij voorwaarts de boot op rijden, maar dan moet ik me alsnog achterwaarts in een klein gaatje wringen. Ik geef me over aan de aanwijzingen van het personeel en we komen perfect op de juiste plaats.

De grenspassage gaat efficiënt. Ik krijg zelfs door een douanier koffie aangeboden. Zouden mijn grijze haren dit bewerkstelligen? Wat een verschil met vijf jaar geleden in Ceuta.

Via Tanger rijden we richting Rabat over een supersnelle autoweg. Als we genoeg van de autoweg hebben besluiten we een alternatieve route te rijden. Wij zitten meteen in het echte binnenland: ongeasfalteerde wegen, grote gaten in het wegdek en veel armoede om ons heen.

Door de vele regen is het rondom de sloppenwoningen een modderige bende. De koude temperaturen maken het nog eens extra onaangenaam.

Onze overnachtingsplaats is op de grote parkeerplaats van ‘Les Jardins Exotiques’ even buiten Sidi Bouknadel. De tuin is in 1951 aangelegd door de Franse tuinliefhebber Francois Marcel.

Er zijn 1500 plantensoorten die uit diverse landen zijn bijeengebracht. Na het overlijden van de Fransman Marcel is de vier hectare grote tuin door de staat aangekocht en na een grondige restauratie voor publiek opengesteld. De tuin is zeker een bezoek waard.

      

Hij is groter, gevarieerder en beslist minder toeristisch dan de tuin van Majorelle in Marrakech.

Zaterdag 10 januari
Wij vervolgen de kustweg, rijden dwars door Casablanca en constateren dat we op een verkeerde rijbaan zitten. Met doodsverachting proberen wij langs vier rijen auto’s te komen. Hangend uit onze raampjes verleiden wij de mannen om ons voor te laten gaan, waarbij we wel een paar manoeuvres uithalen die niet in het handboek voor goed rijgedrag staan, en belanden zonder een deuk op de juiste rijbaan.
Onze overnachting is op de camping Oasis Dar Baouzza vlakbij Casablanca. ‘s Avonds genieten we van een heerlijke couscous en verse cake als toetje.

    

Zondag 11 januari
Als we opstaan staat bijna de hele camping onder water. Ik zie de eigenaar van een Engelse camper met laarzen aan de waterhoogte rondom zijn camper inspecteren. Wij Nederlanders stonden gelukkig op een droger gedeelte van de camping.

We worden vandaag door de campingbaas in een aftandse camper naar de moskee in Casablanca gebracht. De rest van de groep wordt vervoerd in de Mercedes van de baas en Kor chauffeert.
De Moskee van Hassan II is het derde grootste religieuze bouwwerk ter wereld. Het complex bestaat uit negen hectare waarvan tweederde boven zee is gebouwd.

De moskee is nog maar sinds 1993 in gebruik. In het bovengedeelte zit de gebedsruimte die plaats biedt aan 25.000 gelovigen. De vrouwen hebben uiteraard hun eigen galerij in deze ruimte. Beneden zitten de fonteinen voor de rituele wassingen.
Als wij om negen uur onze rondleiding krijgen zijn er nog nauwelijks mensen, daardoor kunnen we nog beter de grootsheid van het complex op ons in laten werken.

           

Na het bezoek vervolgen we met onze eigen camper de weg naar het zuiden. We zien veel schapen, geiten en groenteteelt langs de kant van de kustweg. Het is zonnig, maar de temperatuur komt niet boven de 7,5 graden. In het ‘Complex Touristique de Safi’ hebben we de luxe van een warme douche.

Maandag 12 januari
De nachten zijn nog steeds erg koud. In Casablanca hoorden we dat sinds 1983 deze lage temperaturen, zo rond de vier graden, niet meer zijn voorgekomen. Ingepakt in dubbel fleece wandelen we door Safi en zien hoe de souk langzaam tot leven komt.

          

Met een knappend brood en verse koriander reizen we verder. In El-Jadida gebruiken we een heerlijke lunch.

Vervolgens bezoeken we onderweg een vrouwencoöperatie.

In deze streek van Noord Afrika groeit de Arganiaboom. Geiten zijn gek op de bladeren en vruchten van deze boom.
De pitten worden door de vrouwen verzameld en hiervan wordt de vitaminerijke argania-olie gemaakt.
De olie wordt zowel voor cosmeticaproducten als voor de keuken gebruikt. Enkele druppels in de salade geeft een heerlijke nootachtige smaak.

In Essaouira zetten we onze auto aan de kade en gaan op zoek naar een vistentje.
Samen met een Nederlands echtpaar, dat aan onze tafel aanschuift, eten we onze heerlijke verse vissen en wisselen en passant wat reiservaringen uit.

We wandelen door de vestingstad, drinken muntthee en zetten onze auto aan de rand van de stad op een overvolle camping.

 

Dinsdag 13 januari
Het is nog donker als we om zeven uur vertrekken. We doen ons best om de onverlichte karren en fietsen tijdig te zien.

We gaan met ons allen naar de Marjane, slaan de laatste lekkere levensmiddelen in en rijden dan via de smalle kustweg met veel vrachtverkeer de 452 km lange route.

Onze overnachtingsplek is camping Ksar Tafnidilt. Het ligt midden in de woestijn en is eigenlijk alleen met 4×4 bereikbaar. Of, zoals in ons geval, onder begeleiding van terreinwagens. Met rij-instructie van Jeroen en met een sleeplint komen we allemaal bij het fort uit.

Wat we dan zien is ongelooflijk: een schitterend nieuw gebouwd fort, omgeven door palmbomen met prachtige binnentuinen en dakterras met uitzicht over de woestijn. De ondergaande zon zet alles in een zacht licht. Een Frans echtpaar heeft met veel liefde, zorg en kunstzinnigheid deze droomplek gecreëerd.

Als we dan ‘s avonds ook nog heerlijke vis geserveerd krijgen (courbine) kan onze dag niet meer stuk.

Woensdag 14 januari
Bij de opkomende zon maken we nog een wandeling over dit schitterende terrein, en om negen uur overwinnen we weer gezamenlijk de obstakels in het zand en rijden verder naar het zuiden.

De vele politieposten zorgen voor oponthoud.waar we moeten stoppen. Onze vooraf ingevulde papieren hebben we in veelvoud bij ons en worden gul uitgedeeld en zorgen wel voor een snelle doortocht.
We blijven de N1 langs de kust volgen en lunchen in het ‘Parc National Knifiss’ bekend om zijn vele vogels.

Daarna gaan we verder door de Westelijke Sahara naar onze camping Le Roi Bedouin. We eten een voortreffelijke maaltijd van kamelenvlees, klaargemaakt door de Belgische beheerders van de camping.

Donderdag 15 januari
Via de eentonige lange kustweg leggen we de afgesproken 530 km door de woestijn af. Zover we kunnen kijken zand. We rijden vandaag samen met Trix en Arnoud. Ook nu is de enige afleiding de politiecontroles. Zowel voor hen als voor ons. Zeven keer zijn we aangehouden.
De eentonigheid van de weg verdrijven wij door samen met André Rieu luidkeels zingend door het landschap te rijden.
We ontmoeten de andere campers op een camperplaats aan het strand. Ondanks dat er geen voorzieningen zijn is het er erg druk. Het weer wordt eindelijk warmer en het is de eerste avond dat we buiten kunnen borrelen en eten.

De eerste conflicten in de groep worden zichtbaar en iedereen probeert met de nodige humor, die gelukkig in de groep aanwezig is, de gerezen problemen te relativeren. Het geeft echter veel onrust in de groep. Marijke en ik verwachten dat de moeilijkheden zich zullen herhalen en toenemen.
Gelukkig hebben wij in de Mongolië-reis de nodige ervaringen opgedaan met betrekking tot groepsprocessen.

’s Avonds hangen we achter onze uitlaat om te onderzoeken of we zwavel ruiken. Zo lang dat niet het geval is, hoeft er geen toevoeging bij de diesel. En wij ruiken niets!
We liggen om half tien in bed en slapen ook nu weer onder een stralende sterrenhemel.

Vrijdag 16 januari
Na zo’n lange nacht zijn we vroeg wakker en we vertrekken als eerste. We willen op tijd op onze overnachtingsplek zijn om verslag en foto’s voor de site klaar te maken. En dat lukt makkelijk. We zijn bijna het enige verkeer en dorpen komen we niet tegen. Met gemak rijden we 100 km per uur.

Bij gebrek aan campings overnachten wij bij een benzinepomp. Morgen trekken we Mauritanië in.

Naar verslag Mauritanië