Faroer eilanden

Donderdag 31 juli
We moeten drie uur voor vertrek in de haven aanwezig zijn. De meest fantastische wagens gaan aan boord: tien oude deux-chevaux en allerlei soorten zelfgebouwde terreinwagens. De tijd vliegt. Veel mensen herkennen we omdat wij hen onderweg meerdere malen zijn tegengekomen.

We hebben besloten om de kisten niet te demonteren: veel werk en wij hebben het idee dat ze de lengte niet controleren. Wel staat er aan het begin van de boot een jongen met een lange meetlat, hij beoordeelt of jouw auto onder het aangewezen dek past.
Morgenochtend zullen we om half negen op de Faroer-eilanden aankomen. De boot vaart door naar Denemarken en haalt ons over drie dagen weer op om ons naar Bergen te brengen.

Vrijdag 1 augustus
Na een zeer onrustige nacht, een groep Engelse jongeren hebben in totaal bezopen toestand hun hut verbouwd die jammer genoeg naast de onze lag, komen we om half 9 op de Faroer-eilanden aan.

In Torshavn gaan we aan land en brengen, zoals vele anderen, als eerste een bezoek aan het toeristenbureau. We moeten tenslotte drie dagen op dit eiland doorbrengen, een kaart en enige informatie kunnen we daarbij wel gebruiken. Vervolgens gaan we naar de kade om verse vis in te slaan.
We zien eindelijk weer grote bomen en de huizen bieden een kleurrijke aanblik.

De Faroer-eilanden bestaan uit drie grote en talrijke kleine eilandjes. Ze zijn onderling verbonden door bruggen en veren. De eilanden hebben fjordenkusten en daardoor loopt er doorgaans maar een weg over de eilanden, namelijk langs de fjorden.
De eerste dag rijden we over het eiland Streymoy, bezoeken het pittoreske kerkje bij een boerderij in Saksun (zeer de moeite waard) en steken via de brug over naar het volgende eiland om op de enige camping te gaan staan die het eiland Eysturoy rijk is.

Het is nog vroeg in de middag en de camping is niet van dien aard dat het goed toeven is. Dus gaan wij nog een tochtje maken. Ruud en Henny blijven op de camping.
We komen uit in het noordelijkste puntje van Streymoy, bij het dorpje Tjornuvik. De zeer smalle weg eindigt bij een prachtige baai.

We verkennen het dorpje, geen toerist te zien, en op een kleine parkeerplaats met toilet zetten we onze auto neer. Een schitterende plek om de nacht door te brengen. We vragen de dorpsbewoners of het kan en zij zeggen dat het geen enkel probleem is. Je mag namelijk op de Faroer-eilanden niet vrij kamperen.

          

Ruud en Henny hebben inmiddels al betaald voor de camping waar zij staan en zo brengen we de nacht op verschillende plekken door.
We hebben een prachtige avond. Het is mooi weer en het dorp is bezig om al het hooi binnen te halen. Iedereen helpt elkaar. We zien hoe moeilijk het is om het hooi via de zeer steile hellingen naar beneden te krijgen. Via katrollen laat men balen hooi naar beneden glijden.

Rond 12 uur ‘s avonds is de klus geklaard. Het is dan nog volop licht.

Zaterdag 2 augustus
We gaan weer naar Eysturoy. Je kunt gemakkelijk tussen de eilanden hoppen want het zijn afstanden van niets. De natuur is mooi, maar uiteraard minder spectaculair dan IJsland. In Gjogv, een authentiek dorp, koop ik een paar hesjes gemaakt van speciale Faroerwol.

In Fuglafjördur is bij het toeristenbureau een prima restaurantje annex koffiebar. Wij genieten daar van kersvers gebak.
We overnachten in de haven van Fuglafjördur. We vragen toestemming aan de eigenaar van een bedrijf, Petur Larsen. Hij heeft een jaar in Duitsland gewerkt.

Naar aanleiding van onze vraag waarom we zo weinig verse vis kunnen kopen, vertelt hij dat alle mensen op de Faroer-eilanden zelf hun vis vangen en dat er daarom geen viswinkels zijn. En eettentjes zijn er evenmin omdat men nauwelijks buitenshuis eet. De enige toeristen op de eilanden zijn de boottoeristen van de grote ferry, die een keer per week Torshavn aandoet.
Met de bewoners van de Faroer-eilanden kom je gemakkelijk in contact, zij vinden het altijd leuk om een praatje te maken. Dit in tegenstelling tot de IJslanders, die veel stugger zijn. Dat heeft vast te maken met hun ruige en verlaten land.

Op de Faroer-eilanden zijn heel weinig campings. Maar havens zijn vaak goede overnachtingplaatsen voor campers, bijna altijd voorzien van toilet en soms zelfs met douche. En ook nu zijn wij niet de enige campers. Diverse keren zijn we een Spaans echtpaar uit Navarra tegengekomen, zoals ook nu. We staan gezellig naast elkaar aan de kade.

Zondag 3 augustus
Bij ons vertrek uit Fuglafjördur krijgen we van Petur Larsen een prachtig fotoboek over de Faroer-eilanden cadeau. Een erg aardige geste.
We rijden terug naar Torshavn. Onderweg zie je in de fjorden de grote ronde ringen liggen waar de vis gekweekt en verzameld wordt voor de export.

Als we aan het einde van de middag op de camping van Torshavn aankomen, staat deze al behoorlijk vol met campers die allemaal morgen met de boot naar Noorwegen willen.

Naar verslag van Noorwegen naar België