Zweden deel 3

Donderdag 6 april, -2,5 graden
Kiruna laten wij achter ons en we rijden verder naar het noordwesten via de E10 naar Abisko.

Onderweg stoppen we bij een winkel om een paar boodschappen te doen. Wij hadden al gehoord dat het in Zweden verplicht is de auto in de rijrichting te parkeren. Die plekken waren allemaal bezet, een Zweed stond met de neus van de auto voor de winkel, naast hem was nog een plek vrij! Die was voor ons. Bij terugkomst hadden wij een bekeuring en was de Zweed weg.

Het is zonnig en druk op de weg. Vele Zweden hebben paasvakantie en trekken met hun auto en aanhanger met sneeuwscooter naar de bossen en de meren. Wij verbazen ons over de vele parkeerplaatsen langs de weg, maar begrijpen nu dat zij bedoeld zijn voor de Zweden die met hun scooters de bossen en de meren op trekken.
De weg naar Abisko is schitterend en staat groen aangegeven. De besneeuwde bergen op de achtergrond zorgen voor een extra dimensie. 

Vlak voor Abisko gaan wij met een stoeltjes lift naar boven om vanuit het restaurant de omgeving in ons op te nemen. Daarna trekken wij het nationaal park van Abisko in, maken een prachtige wandeling op het meer en installeren ons op ons wildcamp.

Wij eten bij Paul en Christine in de camper om de kou in onze camper te ontlopen en liggen om 9 uur onder ons dekbed.

Vrijdag 7 april, -7 graden
Wat is onze camper koud zonder verwarming! Onze schoenen staan binnen vastgevroren aan de deurmat. De aardewerken bloempotten, gekocht om in noodgevallen op het gas te zetten, kunnen hun werk niet doen omdat ons butagas niet fuctioneert onder nul. En propaangas hebben wij niet omdat er geen kleine fles propaangas beschikbaar is die in onze camper past. Zou door creatieve mensen op te lossen moeten zijn. Waar zijn ze?

Ons geworstel met de kou steekt schraal af bij de Sami die onder veel primitievere omstandigheden hun leven verbinden met deze natuur.
De Sami zijn in de 12 de eeuw uit het Oeralgebergte in Rusland naar Noord-Europa getrokken. Het was van oorsprong een nomadisch volk van jagers en verzamelaars. Er zijn geen politieke of geografische grenzen die deze mensen tot een volk maken. Wat de Sami bindt is de taal en hun cultuur.
Lange tijd werd werd dit ontkend, het was verboden om de eigen taal te spreken en vast te houden aan eigen unieke tradities en gebruiken. Inmiddels is er het besef in Scandinavië dat dit belangrijke culturele erfgoed niet verloren mag gaan.
Er zijn nog een paar families die een traditioneel teruggetrokken bestaan leiden. Het leven van de meeste Sami verschilt nauwelijks met dat van de Scandinaviërs, ze hebben gewone banen en spreken nauwelijks nog Samisch hoewel het inmiddels een officieel erkende taal is.
Wat ons opvalt is dat je leest dat de Sami-cultuur verwaterd en langzaam tot folklore wordt terug gebracht. Terwijl wij uit gesprekken opmaken dat er juist een opleving en bewustwording met name van jongeren op gang komt en er ook Sami zijn die heel bewust, samen met hun familie, werken aan het in standhouden van hun culturele erfgoed.

Zo ook het Sami-echtpaar dat wij in de namiddag bezoeken. Zij ontvangen ons in hun ronde “houten tipi” met in het midden een haardvuur. De belangrijkste plek voor de Sami.

De hele tipi is ingericht met voorwerpen en foto’s van ouders en grootouders. Elk voorwerp vertelt een verhaal over hoe zij als Sami leefden en zich aanpasten aan de barre omstandigheden van Lapland. Het hoeden van de rendieren was hun voornaamste bron van inkomsten, maar tegelijkertijd ook een manier van leven. Zoals het voor sommigen Sami nog steeds is. Ze eten hun eigen rendieren, vangen vis uit de meren waar hun voorouders al in visten, plukken de bessen en paddestoelen uit de natuur om hen heen en maken hiervan de heerlijkste gerechten. Aan hun ecologische voetafdruk kunnen wij een voorbeeld nemen.
Het Sami-echtpaar laat ons ook kennismaken met één van de oudste vormen van volksmuziek in Europa, de Joik.

            

Typerend  is de klank die verbondenheid met de natuur uitdrukt. Het is een eerbetoon aan een berg, een wild dier of een persoon. Deze wordt door klanken toegezongen en is altijd een expressie van emoties. En dat is duidelijk te horen in de Joik die deze vrouw met haar prachtige stem voor ons zingt.
Een boeiende middag die eindigt met bezoek aan de rendieren die rondom het huis lopen.

Zij hebben ons iets meer laten zien en voelen van de Sami-cultuur. Met een hoofd vol indrukken vertrekken we naar onze camper die vannacht gelukkig weer aan de stroom staat!

Zaterdag 8 april, -3 graden
We gaan onverwachts naar Kautokeino in Noorwegen, om daar het songfestival van de Sami mee te maken.  Het tijdstip valt binnen onze reis, iedereen wil graag en er zijn nog kaarten beschikbaar. Onze reisleiding, Paul en Christine, gooien de route om, regelen met veel enthousiasme kaarten en wij klimmen om half 8 in de camper om de 200 km lange weg naar het festival te starten.

Wij hebben geluk, de weg is grotendeels sneeuwvrij en makkelijk te rijden. We passeren twee grenzen (van Finland en Noorwegen) zonder dat wij het merken. De kleur van de huizen is iets anders, maar verder ….
In Kautokeino staan wij op de camping en lopen van daaruit naar het centrum.

Er zijn allerlei kleinschalige activiteiten gepland zoals lasso werpen en rendierraces. En dat alles speelt zich af op een bevroren meer. Ook de koek-en-zopie-tent ontbreekt niet.
Enkele mannen van onze groep nemen, na enkele instructies, ook deel aan dit evenement tot grote hilariteit van de omstanders. Want ineens wordt dit lasso werpen een internationaal gebeuren. Ondanks onze aanmoedigingen hebben zij het niet tot de volgende ronde gebracht.

           

      

De rendierraces vragen meer behendigheid. De beesten schieten weg voordat de begeleider op de slee gesprongen is, willen niet het uitgezette parcours volgen of verdwijnen met begeleider in de bossen en moeten door een sneeuwscooter weer teruggehaald worden. Een mooi spektakel om naar te kijken, zeker bij prachtig zonnig weer.

                    

Na een onderbreking gaan we aan het einde van de middag terug naar het stadje, eten een hapje, en maken ons klaar voor het songfestival.
Gezien de activiteiten van de morgen hebben wij niet al te grote verwachtingen van de avond. Bovendien zijn wij geen songfestival liefhebbers. Maar omdat het tegelijkertijd een jaarlijks evenement is dat bezocht wordt door vele Sami uit de omliggende landen en iedereen in hun traditionele kleding verschijnt, is dit voor ons een unieke kans.

Als wij om half zeven in de rij staan vergapen wij ons aan de kleurrijk uitgedoste mensen om ons heen. Hele families, kinderen inclusief komen in hun schitterende outfits aan. Alle kleding is handgemaakt en is niet in winkels te koop. De handvaardigheid van de Sami’s komt hier goed tot uitdrukking. De kleding wordt zowel bij de mannen als vrouwen met prachtige zilveren riemen gedragen. De vrouwen hebben als aanvulling nog grote zilveren halskettingen. En dit alles in de felle kleurencombinaties van helderblauw tot diepgroen. Aan de kleurensamenstelling kan men zien bij welke stam de Sami horen. De kleding wordt met verve, bij speciale gelegenheden zoals bijvoorbeeld dit songfestival, gedragen.

In de professioneel aangeklede volle sporthal wordt het hele gebeuren live op de televisie uitgezonden. De zangeres die naar ons idee de mooiste joik zong, wint het songfestival.
Dit unieke optreden hebben wij door het snelle handelen van onze begeleiders toch maar mooi kunnen meemaken.

Zondag 9 en maandag 10 april, -2 graden
Op eerste paasdag rijden wij de 200 km terug. De temperatuur stijgt voor het eerst boven het vriespunt. De rendieren laten zich zo nu en dan zien en het is heerlijk om door het mooie landschap te rijden.
Wij willen op tijd terug zijn om de start van de lange afstand sledehonden race mee te maken.Het aantal kilometers waartussen men kan kiezen varieert van 150 tot 300. Men kan met 6 tot 8 of 12 honden aan de  race deelnemen.

 

Voor de start begint maak ik een misstap en mijn been verdwijnt tot aan mijn lies in de metershoge sneeuw. Marijke krijgt mij niet omhoog getrokken, maar met behulp van Gilles lukt het wel. 

 

 

De honden staan te trappelen om aan deze 1 tot 3 dagen durende race te beginnen. Een sneeuwscooter achter aan de slede gebonden zorgt dat ze er niet meteen vandoor gaan. Vanwege de kou hebben sommige honden sokjes om hun poten. Bij het start signaal schieten de honden weg.

       

Wij lopen terug naar onze camper.
Sommige van ons volgen op maandag een cursus steenhakken en slijpen, anderen maken een sierraad van zilver en komen met mooie resultaten terug. Wij hebben aan de site gewerkt en ’s avonds eten we met de groep buitenshuis.

Dinsdag 11 april, -0,5 graden
Met stralende zon starten wij ons rijdagje. We volgen de E45 naar het zuiden om vervolgens over te gaan op de 395 en dan de 392 naar Jokk.
Het is een rustig dagje zonder groepsactiviteiten en maar 200 km rijden totaan de camping in Jokvall. Tussen de vakantiehuisjes en met zicht op de wild stromende rivier voelt het als vakantie.
Iedereen kan een dagje rust wel gebruiken. Wij werken nog enige uurtjes aan de site en trakteren ons ’s avonds op een etentje in het restaurant.

Woensdag 12 april
Om 9 uur een briefing. Om de 3 à 4 dagen is er een korte mededeling over de reis. In eerdere reizen met Expedition far East was dit nog elke dag. Deze inkrimping van briefings maakt de vrijheid van het reizen wel iets groter, wij vinden het een vooruitgang.
In de buurt van Överkalix bezoeken wij een elandenfarm. Een bijzondere boerderij met vele hectaren grond waar elanden vrij rondlopen en toch achter omheiningen zitten.
Het zijn imponerende beesten door hun grote omvang en wijduitstaande geweien. Ze schoppen met hun voorpoten als ze aanvallen, in tegenstelling tot andere beesten die vaak met hun achterpoten hun ongenoegen laten zien. Als de eigenaar de elanden naar het hek probeert te lokken en de beesten daar geen zin in hebben laten ze dat duidelijk merken en de eigenaar plaatst zich razendsnel achter de dichtstbijzijnde boom. Het ontzag voor de beesten is ook bij hem groot.

     

Nadat wij de ene eland die wel naar het hek gelokt kon worden, door onze uitgestoken banaan en wortel  van zijn eten hebben voorzien, is er koffie met fika (3 soorten eigengemaakte kleine taartjes) in het kleine restaurant. Ondertussen wordt er een film over de elanden en de elandenfarm getoond.
Weer iets wijzer vervolgen wij via de 98 en de 99 onze route. We overnachten bij het oude vissersdorpje Kukkola. Het ligt aan de rivier Torne. Aan de andere kant van de rivier ligt het Finse deel van Kukkola. De Torne is bekend om zijn vele stroomversnellingen en de vele witvissen die zich in het water ophouden.

Lokale vissers gebruiken een houten stok van 6 meter lang met daaraan een net om de vissen te vangen. Een zeer oude methode die 500 jaar geleden al voor het eerst werd genoemd en nu nog steeds gebruikt wordt. 

Dit geldt ook voor de wijze waarop de vis wordt gerookt. Dit gebeurt nog steeds in de oude “Timber Smoke hut” uit 1700. In het midden van de hut is een open vuur waaraan de witvissen op een houten spies gegrild worden. Daarna worden ze even in een emmer met warm gezouten water ondergedompeld om ze smaak te geven.

              

Wij krijgen de vis geserveerd met tunnbröd (Zweeds hard brood) en sima, een zoete licht mousserende drank met een heel laag alcoholpercentage en gekruid met citroen en bruine suiker. De vis wordt met de hand gegeten. Heel bijzonder en lekker.
De plaatselijke bevolking gebruikt de hut nog steeds als ontmoetingsplek, maar ook om hun zelf gevangen  vis te grillen. De manier van vissen en het roken van de vis wordt ook in het kleine museum getoond.

Donderdag 13 april
Er komt weer water uit de kraan! Kennelijk is nu alles in camper weer ontdooid, wat een luxe.
We zijn begonnen aan onze laatste gezamenlijke activiteit, ons afscheidseten.
Eerst rijden we nog een stuk naar het zuiden en parkeren onze camper op een goede parkeerplek in de buurt van ons restaurant.

Het wordt een gezellige avond, met een korte afscheidsspeech voor Christine en Paul om hen te bedanken voor hun grote inzet en betrokkenheid. En dan volgt een verrukkelijk 4-gangenmenu met aangepaste wijnen. Precies zoals wij dat van Expedition far East gewend zijn. Morgenochtend nog een laatste afscheidsbriefing en dan is ook deze reis weer ten einde.

Vrijdag 14 april
Om 10 uur verschijnt iedereen met koffie en in een geel hesje op de parkeerplaats. Christine komt niet meeer bij van het lachen. Deze actie heeft een voorgeschiedenis.
Iemand in de groep raakte vast in de sneeuw, een ander passerend lid van de groep heeft de camper weer op de weg getrokken. Toen Christine en Paul dit verhaal hoorden, was hun reactie: “Bij dit soort gebeurtenissen eerst geel hesje aan en dan direct ons bellen.” Dit is een gevleugelde uitdrukking geworden en heeft tot vele lachsalvo’s geleid tijdens de reis.
Met heerlijke fika en een stevige omhelzing is van iedereen afscheid genomen.

      

De één gaat direct naar huis, de ander blijft met onderbrekingen nog wat langer in Zweden. Wij gaan, met twee stops om ons verslag af te maken, richting Nederland.
Het was voor ons een enerverende en boeiende reis met grote uitdagingen. Maar we hadden het niet willen missen en zijn blij dat we volgehouden hebben.