Costa Rica

Vrijdag 25 maart
De grens met Costa Rica kost ons vier uren. Het hele paspoort moet bladzijde voor bladzijde gekopieerd worden, ook de lege blaadjes. Daarnaast moeten nog kopieën gemaakt worden van diverse andere documenten. Wat een bureaucratie! En van hangen en staan in deze hitte worden we wat melig.
Als we uiteindelijk bij hotel Turistico in Ciudad de Neily onze prutje van kip en groente koken en een glas wijn inschenken hebben we vrede met de 35 graden zowel in als buiten de camper.

Zaterdag 26 maart
Half zeven beginnen Marijke en ik onze tocht door Costa Rica. Het land heeft een oppervlakte van 1,2 keer Nederland, maar daarentegen maar 4,5 miljoen inwoners. Het landschap is  weelderig groen met veel uitbundig bloeiende planten. De nationale boom van Costa Rica, de guacanaste, staat als een geopende parachute in het landschap. Statig maar gastvrij biedt ze een schuilplaats voor de fel schijnende zon.
De bergwegen met zeer diepe kuilen verhinderen ons de 430 kilometer in een redelijk tempo af te leggen.
Costa Rica oogt rijker dan Panama. Maar het kan ook zijn dat de mooiere huizen juist langs de doorgaande route zijn gebouwd. Overal veranda’s met schommelstoelen en hangmatten, uiteraard bemand door mensen.
Ik haal op de bergweg in op een weg met een doorgaande streep en wordt opgevangen door twee politieagenten. Omdat corrupte politiemensen ook hun voordelen hebben, weten we de wel verdiende bekeuring van 24 dollar om te zetten in twee blikjes cola. Probeer dat in Nederland eens.

De weg vraagt veel meer tijd dan we gepland hebben. Als het begint te schemeren blijkt dat we nog 18 kilometer bergweg met keien en gaten moeten rijden. En wij vermoeden dat wij niet de laatsten zullen zijn omdat we zeer vroeg zijn vertrokken. In het donker rijden we stapvoets over de keien, hopend dat een lekke band ons bespaard zal blijven. Rond zeven uur zijn we op de plek van bestemming.

Tom is inmiddels met Carla gearriveerd, die bij terugkeer uit Nederland een week in een hotel in San Jose heeft “vastgezeten” omdat wij Colon niet op de geplande datum konden verlaten.
Henk en Geertje en Sjaak en Ans zijn tachtig kilometer voor de overnachtingsplek blijven steken vanwege een lekke band. Michel en Sonja zijn laat vanwege een flinke klapband. De anderen zijn op de plaats van overnachting.
Als we ons op de parkeerplaats geïnstalleerd hebben, mogen wij er niet blijven. De hoteleigenaar zegt niets van een reservering te weten om vervolgens te concluderen dat Sonja telefonisch de plek geannuleerd heeft. Ook al kun je via de mail de onwaarheden weerleggen. Het is en blijft Midden Amerika. Hoewel we uiteindelijk mogen blijven willen we dat niet meer en om half tien rijden we naar een andere plek in de buurt.  Op de parkeerplaats van de camping El Bosque vinden we een gastvrij onthaal.

Zondag 27 maart
Vanuit onze overnachtingsplek gaan we met een busje naar het nevelwoud Monteverde waar we met gids een tocht door het particuliere reservaat maken. Het ligt op een hoogte van  1850 meter, is 10.000 hectare groot, biedt een overvloed aan groene planten en heeft door het jaar heen 100 procent vochtigheid. Er leven in dit gebied 400 soorten vogels en 545 verschillende soorten vlinders. In de bomen hebben zich varens, mossen, bromelia’s en orchideeën genesteld.

                

Diverse hangbruggen  maken het  mogelijk om van bovenaf de groene diversiteit beneden ons en op de takken van de bomen te bekijken.

cr-0311-123-t

Daarna rijden we door naar camping El Sol Verde van een Nederlands echtpaar. Hier trakteert Frank ons op een verlate verjaardagsborrel.

Naar verslag Nicaragua