Bolivia

Zaterdag 22  januari
Bij Tambo Quemado gaan we de grens met Bolivia over. Al onze groente wordt ingenomen. Bij de grensovergang wisselen we ons Chileense geld voor Boliviaanse bij de daarvoor rondlopende vrouwtjes.
Het verschil met Chili is duidelijk merkbaar. De huisjes ogen armoediger, overal langs de weg ligt afval en alles ziet er rommeliger uit. We zien de eerste vrouwen met bolhoeden en hun veelkleurige wijde rokken. We zijn in Bolivia en op weg naar La Paz.
Het is aan het einde van de dag als we La Paz binnenrijden. Het avondlicht valt schitterend op de tegen de rotswanden aangeplakte huizen. Ons hotel ligt ten zuidoosten van de stad. We zijn al moe als we in deze miljoenen stad op 3100 tot 4100 meter hoogte aankomen. We moeten dwars de stad door op een track die niet betrouwbaar is. We weten globaal welke kant we op moeten, maar dan ineens gaat het mis en rijden we de verkeerde kant op. Door al het eenrichtingverkeer raken we de kluts kwijt en vertwijfeld zetten we onze auto aan de kant. Het is ongelooflijk druk en de Bolivianen hebben geen geduld met buitenlanders die de weg kwijt zijn. Na veel gedoe zitten we weer op de goede weg. Maar het vraagt opperste concentratie van ons beiden om de 17 km lange afdalingen in de eerste versnelling tussen al het drukke verkeer goed te volbrengen en ook nog de route te kunnen vasthouden.
Als we na anderhalf uur ploeteren in La Paz eindelijk het hotel bereiken zijn we “totall loss”. Ook de anderen zijn uitgeput. Uiteraard speelt de hoogte ook  een rol. De aankomstborrel laten we lopen en duiken direct ons bed in.

Zondag 23 januari
Hoofdpijn, misselijkheid en kortademigheid houden ons de volgende dag in de hotelkamer. La Paz zien we niet. In tegenstelling tot enkele anderen  die wel in staat zijn tot stadsbezoek.
We slapen en e-mailen  en zijn aan het einde van de dag zover dat we de verjaardag van Michel kunnen vieren. We zitten in een Zwitser hotel-restaurant en ter ere van Michels veertigste verjaardag is er kaas- en vleesfondue. Michel wordt ontvangen met zang, slingers en cadeaus en positieve woorden over de goede begeleiding van hem en uiteraard ook Sonja. We hebben met de groep een gezellige avond.

Maandag 24 januari
Om zes uur worden we gewekt door zang en panfluitmuziek. In het hotel is een twee jaarlijks congres gaande van Noorse zendelingen in Zuid- Amerika. Samen met hun kinderen “bezetten“ ze het hotel.
La Paz is gehuld in regen en mist. Toch gaan we om twee uur met een busje naar de stad. Tom en Frank bezoeken samen met Michel een Volkswagengarage om te kijken hoe zij de problemen met hun roetfilters kunnen oplossen.
Wij beginnen onze wandeling in El Alto, het hoogste gedeelte van de stad. Officieel een aparte stad met evenals La Paz een miljoen inwoners en met een eigen stadsbestuur. Hier wonen voornamelijk arbeiders, zwart-handelaren en werkelozen. Kortom het armere deel van de bevolking. Bij misdaad laat de politie zich in deze buurt niet zien en daarom hebben de mensen hun eigen wetten gemaakt en enkele misdadigers opgehangen. Ter afschrikking bungelen een paar lappen poppen aan de lantaarnpaal als herinnering. Sindsdien is het rustiger in de stad en is de politie sneller ter plaatse.
Ook heeft El Alto de grootste zwarte markt van de stad. Waarschijnlijk kun je hier je gestolen spullen terugkopen.

            

De wandeling van de bovenstad (4100 m) naar beneden (3600 m) is mooi maar inspannend en vraagt veel tijd. De twee gidsen die ons begeleiden laten ons uitgebreid kennis maken met de diverse dansen en daarbij behorende danskleding. Daardoor was er te weinig tijd om kathedraal en musea te bezoeken en gaan we in hoog tempo over de heksenmarkt. Hier worden allerlei kruiden en mengseltjes gebrouwen voor diverse kwalen.
Rond 6 uur willen we terug naar het hotel en een vriendelijke agent regelt een taxi voor ons.
‘s Avonds eten we in het hotel  en zien met gemengde gevoelens terug op ons bezoek aan La Paz. We hebben teveel tijd gebruikt om er te kunnen komen en hebben te weinig van de stad gezien. Deels omdat we last hadden van de hoogte, deels door de slechte planning van de gidsen.

Dinsdag 25 januari
We rijden in groepjes de stad uit. Zonder al te veel problemen komen we op de weg naar Copacabana.

We rijden langs het overbekende Titicacameer. Het geldt met een hoogte van 3810 meter als het hoogste bevaarbare meer ter wereld en heeft een oppervlakte van 8340 km².
Op de route langs het meer wordt veel groente verbouwd en de streek ziet er in verhouding met andere delen van Bolivia redelijk welvarend uit.
Om bij Copacabana te komen moeten we met gammele pontjes het meer over. Tientallen pontjes liggen te wachten op hun vracht. Er kunnen twee busjes op een pontje. Met vijf pontjes worden we overgevaren en rijden we achterwaarts de kade op. We zijn blij als we weer vaste grond onder onze voeten hebben.

            

In Copacabana logeren we in een schitterend hotel met designbadkamer en uitzicht op het meer. Het stadje zelf wordt overspoeld door backpackers en de hoofdstraten bestaan uit hostels, restaurantjes en souvenirwinkels. Door het grote aanbod van spullen raken wij enigszins ontregeld met als gevolg dat wij tot nu toe nog nauwelijks iets hebben gekocht.
‘s Avonds eten we in het lege restaurant van het hotel. Tot onze verbazing krijgen we een top menu geserveerd.

Woensdag 26 januari
Met vijf mensen huren we een bootje om naar Isla del Sol te varen, een eilandje in het Titicacameer. Dit eiland was het imperium van de Inca’s. De scheppingsmythen van de Inca’s situeren het ontstaan van de Inca’s bij het Titicacameer. De kinderen van oppergod Viracocha zouden uit het meer tevoorschijn zijn gekomen om op zoek te gaan naar een vruchtbare vallei waar zij hun rijk konden stichten. Dit werd de Cusco-vallei.

Op het  kleine eilandje leggen ettelijke bootjes met toeristen aan om de nog goed bewaarde Incatrap te bezoeken. De eilandbewoners hebben hun schamele bewoning omgetoverd tot primitieve restaurantjes en de kinderen vechten met elkaar om de toeristen naar de restaurantjes van hun ouders te trekken.
Het drie uren durende tochtje over het water ervaren we als zeer ontspannend. Bij terugkomst blijkt ook Marijke, die de middag in het hotel heeft doorgebracht, van de rust te hebben genoten.
De lokale Spaanse krant maakt melding van een aanvaring op het Titicacameer. Op dezelfde dag maar dan een paar uur eerder dan onze overtocht, zijn twee pontjes met elkaar in aanvaring gekomen. Op het ene pontje een toeristenbus met alle bagage van dertig vakantiegangers en drie toeristen die tegen alle voorschriften in toch in de bus zijn blijven zitten; op het andere pontje een personenauto. De drie toeristen zijn met moeite gered, de bus en auto zijn naar de bodem van het meer verdwenen. Zo ongevaarlijk is een overtocht  over het Titicacameer nou ook weer niet….

Donderdag 27 januari
In Copacabana kun je elke morgen tussen tien en elf voor de kathedraal je auto laten inzegenen. Wij en enkele anderen willen dit ritueel ook meemaken en kopen slingers, bloemen en rozetten in de kleuren van de Boliviaanse vlag en plakken die op de auto.

          

Bolivianen in hun mooiste kleding ondergaan in volle ernst deze voor hen belangrijke inzegening. Kinderen in fleurige jurkjes spreiden hun benen en plassen ter plekke. Ze dragen dus kennelijk geen ondergoed.
Een Franciscaanse priester met basketbalpet gaat voor in gebed en loopt met de wijwaterkwast rond onze auto, ook wij worden rijkelijk besproeid. Na afloop gaat hij met ons op de foto. We hopen dat wij voor de rest van de reis gevrijwaard blijven van mankementen aan de auto.

bo-0111-321-t-drie-gezegende-busjes

De Bolivianen besproeien na afloop van de zegening hun auto nog rijkelijk met champagne of pils en steken knallend vuurwerk af. Het vloeibare gedeelte laten we achterwege, maar knallen doen we wel.
Met een gezegende en versierde auto gaan we richting de grens naar Peru. Bolivia komen we zonder moeite uit maar onze auto’s komen met een tergend langzaam tempo Peru in. Een macho douanier gooit steeds obstakels op waardoor de hele procedure uren duurt. Pas bij de aanbieding van een fles wijn gaat het iets sneller. Uiteindelijk zijn we allemaal aan het begin van de middag in Peru aangekomen. Er ligt weer een heel nieuw land voor ons. We zijn benieuwd wat Peru ons allemaal te bieden heeft.

Naar verslag Peru