Van België naar Bulgarije

Zaterdag 1 september tot en met woensdag 5 september
We hebben de afgelopen drie weken hard gewerkt om de Mongoliëreis af te ronden en de start voor Syrië en Jordanië te maken. Het is ons gelukt.
We hopen op een rustige tocht door Duitsland en Tsjechië en op de mogelijkheid om aan een meertje onze bleke huid een beetje bij te kleuren.
We vertrekken de eerste september rond twee uur uit Solwaster (België) en na 220 kilometer stoppen we en overnachten in Eisenbachtal (in de buurt van Diez en Montabaur). De camping is het hele jaar open en er verblijven veel Nederlanders. Er staat een groot bord bij de ingang van de camping waar iedereen zijn of haar hartenkreten op kan plaatsen. In gebrekkig Engels werd Marijke welkom geheten met de kreet “Marijke mis you”.

Vlak bij de camping is een leuk restaurant met een prima keuken.
De volgende dagen rijden we de “rechtsrheinische” autoweg naar Frankfurt, Neurenberg en dan naar de Tsjechische grens. Het is koud, de temperatuur komt niet boven de 8 graden en het regent doorlopend.
We zorgen steeds rond vier uur op een camping te staan en lopen dan met Lieve Joris door “De poorten van Damascus” of kijken met Khaled Hosseini naar de “Duizend schitterende zonnen”. Rustig een boek lezen is voor ons een luxe waar we maanden niet aan toe zijn gekomen.

We maken een stop in Tabor en Telc, genieten van de prachtige pleinen met schitterende huizen.

Uiteindelijk komen we in de stromende regen aan op de camping Kovarna in Cervana Recice. Wat een weer, het lijkt Siberië wel.
Als Marijke ons aanmeldt, wordt ze door de Nederlandse eigenaar direct herkend van onze website. Hij heeft genoten van ons reisverslag en de foto’s. Leuk, zo’n binnenkomst.
In de loop van de twee volgende dagen arriveren alle campers, vijftien in totaal. En wij, wij hebben het weer gered: we zijn de kleinste camper!

Donderdag 6 september
Om vier uur is er een welkomstborrel. Wij hebben onze reisgenoten nog niet ontmoet en zijn zeer benieuwd naar de groep. We hebben al wel een lijst met pasfoto’s en namen van de mensen ontvangen. En zoals vaak geven de pasfoto’s een minder flatteus beeld dan de ontmoeting in werkelijkheid.
Onze reisbegeleiders zijn Dorus en Marja Lendering. Over de informatie die wij als voorbereiding op de reis hebben ontvangen waren we zeer tevreden. Het lijken ons kundige mensen met hart voor de zaak. Zij worden geassisteerd door Truus en Joop.

We krijgen een aantal mededelingen waarna een kennismakingsronde volgt. Met wijn en bier wordt deze in kleine groepen geanimeerd voortgezet.
Wij moeten even wennen aan de grootte van de groep. Dertig mensen! Het zal een aantal dagen duren voordat ik de namen van de mensen ken en ook de juiste combinaties maak.

Vrijdag 7 september
Om 9 uur vertrekken we per bus naar Humelov voor een bezoek aan een kristalfabriek en een bierbrouwerij.
We beginnen uiteraard met het eerste. Het kristal schittert ons in alle kleuren tegemoet hetgeen je van onze gids, die ons rondleidt, niet kunt zeggen. Hij is zo verlegen, dat hij zelf schrikt van de spaarzame woorden die uit zijn mond komen.

Gelukkig kunnen we visueel het hele proces van glas blazen en bewerken aanschouwen en behoeft het niet veel ondertiteling. De veiligheid op de werkvloer is ver te zoeken. Het slijpen van het glas is gevaarlijk werk en er zijn nauwelijks beschermende faciliteiten.

De bewerking van het glas is zeer arbeidsintensief en het arbeidsloon moet wel laag zijn gezien de alleszins redelijke prijs van het kristal.
Daarna volgt een rondgang in bierbrouwerij Bernard in dezelfde stad. In gigantische koperen ketels wordt de hop gefermenteerd. Het hele proces van bier brouwen wordt per computer gestuurd en een rondgang door het bedrijf bestaat uit lopen langs meetapperatuur, lange buizen en ronde containers.

Als laatste proeven we het eindresultaat. De echte kenners onder ons hebben twee glazen nodig om de smaak te pakken te krijgen….

Vervolgens gaan we twee huizen verder naar het plaatselijke restaurant voor onze lunch. Het gekookte en daarna gebraden speenvarken is maar even in volle glorie te zien.

De dertig mensen die voorbij wandelen laten het varken in het niets verdwijnen. Na een heerlijke en geanimeerde lunch keren we rond vier uur weer terug naar camping Kovarna in Cervice.
We duiken rond tien uur ons bed in. Het is dan eindelijk droog buiten.

Zaterdag 8 september
We rijden vandaag door Slowakije naar Hongarije. We nemen de autoweg (E 65) naar Brno en Bratislava. In Mikulov maken we een stop. Het is een oud wijnbouwersstadje met achtduizend inwoners.
Vanaf de zestiende eeuw leefde hier een grote Joodse gemeenschap. Het stadje telde in die tijd meer dan twaalf synagogen. Er is nog één synagoge, nieuw en niet meer in gebruik. Het oude kerkhof met zijn schots en scheve graven doet denken aan de Joodse begraafplaats in Praag.

In Mikulov is een jaarfeest gaande. Er worden volksdansen opgevoerd, gemusiceerd en gezongen. Er lopen mensen in klederdracht rond. Het grote plein staat vol met kraampjes. Er is één al leven en activiteit. De prachtig gedecoreerde huizen steken trots boven de menigte uit. Vanaf het terras van het kasteel hebben we een prachtig uitzicht op de omgeving.
Bij Breclav nemen we de grensovergang naar Slowakije en achter Bratislava nemen we de grensovergang naar Hongarije. De grenspassages gaan snel en moeiteloos. We overnachten op een camping in Tata.
Het is weekend, bussen met jongeren zijn gearriveerd, klaar voor het grote discogebeuren op zaterdagavond. Wij genieten met een aantal mensen van een heerlijke forel, cordon bleu en wijn. Dit alles voor 15 euro per persoon.
De meesten hebben een zware nacht. Het disco-evenement gaat door tot vier uur ’s nachts en is niet bevorderlijk voor onze nachtrust.

Zondag 9 september
Als wij om kwart over acht startklaar zijn, is een aantal campers al vertrokken. Er zitten vroege vogels in onze groep. Wij rijden via Boedapest en Szeged naar de Roemeense grens.
Al een tijdje rijden wij achter twee Nederlandse auto’s. Er wordt over en weer vriendelijk gegroet. Bij de grensovergang doen we de raampjes naar beneden. De Nederlander vraagt of we echt de reizen maken die op het bord van Kangaroo aan de zijkant van de auto staan. We knikken bevestigend.
Zijn doel van de reis is een kindertehuis in Roemenië. Samen met zijn vrouw heeft hij het huis geadopteerd. Hij gaat twee keer per jaar kijken of alles goed loopt. In zijn aanhanger heeft hij hulpgoederen voor het huis. Zijn vrouw rijdt in een auto achter hem aan. De auto laten ze achter zodat het tehuis vervoer heeft. We voelen ons een beetje schuldig als hij zegt “dat is onze vakantie” …. Geweldig zijn zulke mensen.
Zonder problemen en zeer snel zijn we ook de Roemeense grens over. Dit zal vroeger wel anders zijn gegaan.
Het pinnen geeft enige moeilijkheden. In ons reisboek staat dat een euro 35 lei is. We willen voor 100 euro pinnen, dus dat is 3500 lei. Eenmaal bij de pinautomaat zie ik dat ik kan kiezen tussen 10, 30 en 50 lei. Uiteraard kon ik ook een ander bedrag aangeven. Maar ons bedrag lag wel erg ver verwijderd van de door de automaat aangegeven bedragen. We overleggen en gaan van de vooronderstelling uit dat er een punt ontbreekt en dat 1 euro 3,5 lei is. We pinnen voor 50 lei. Eenmaal op de camping horen we dat enkele mensen voor 700 euro aan Roemeens geld hebben gepind. Als wij 3500 lei hadden gepind zou dat voor bijna 1200 euro zijn geweest. Wel een slordigheid met consequenties!
Nog in het bezit van onze euro’s komen we Roemenië binnen.
Het contrast met Hongarije is opvallend. Hongarije is duidelijk welvarender dan Roemenië.

We zien de lintbebouwing: rijen huizen aan beide kanten van de weg. Voor de huizen een strook gras met bomen en daarvoor een geul die vroeger, en misschien nu nog wel, dienst deed als riool. Voor elk huis zijn houten of betonnen bruggetjes gelegd.
Oude vrouwtjes, met jurk en vest, hoofddoekje om, kousen aan en daaroverheen dikke sokken, zitten voor hun huis, achter de producten uit hun moestuin. Soms zijn het niet meer dan een paar uien en wat aardappelen die ze hopen te verkopen. Wij hebben geen enkele auto zien stoppen, waar leven ze toch van.
Als wij de camping in Lipova bereiken, werk ik het verslag bij en zet Marijke onze gemaakte foto’s op de computer. En weer ligt er een dag achter ons.

Maandag 10 september
Vandaag rijden we door de streek Transsylvanië van Lipova naar Sibiu, of Hermannstadt zoals de Duitsers deze stad noemen. Op de weg er naar toe willen we kasteel Korvin bezoeken in Hunedoara. Het kost ons enige moeite om het kasteel te vinden, maar met de hulp van een vriendelijke taxichauffeur lukt het ons.

Op een rotspunt, trots over Sibiu uitkijkend, ligt het schitterende kasteel uit de 14de eeuw. Een echte burcht met een houten brug. De restauratiewerkzaamheden zijn nog steeds gaande. Men wil het kasteel weer zijn oude luister teruggeven met meubels en tapijten.
Na het kasteelbezoek willen we naar het openluchtmuseum in Sibiu. Helaas, op maandag gesloten… dan maar naar de macro. We hebben geen pasje, ook nooit gehad, toch is het ons steeds gelukt onze boodschappen bij de macro te halen. Maar in Sibiu is de juffrouw aan de balie onverbiddelijk, ze mag geen dagkaart afgeven. Na lang aandringen krijgen wij haar macrokaart!
We hebben echter ook geen geld en de pinautomaat en de bank zijn tijdelijk buiten werking. We kopen toch twee verse forellen een fles wijn en een doos koekjes voor het meisje aan de balie. En net op tijd is de pinautomaat weer hersteld…
Omgeven door groente en kruiden en gewikkeld in aluminiumfolie wordt de vis op de grill klaar gestoofd. Wij hebben weer een lekkere maaltijd.
We verwachten een zeer koude nacht en halen onze extra slaapzakken uit de kisten, wij zullen het niet koud hebben.

Dinsdag 11 september
Het was inderdaad een erg koude nacht.
Rond tien uur komen er tien taxi’s de camping opgereden om ons naar Sibiu te rijden.

Richard, een Duitssprekende gids zal ons wegwijs maken in deze stad.

   

Sibiu ligt aan de voet van de Karpaten en is gebouwd op de grondvesten van het Romeinse dorp Cibinium. Het is altijd een van de toonaangevende steden geweest in Transsylvanië. De kolonisten uit Saksen en de Moeselstreek hebben in de twaalfde eeuw een grote bijdrage geleverd aan de opbouw en uitbouw van de stad en de omgeving. En ook de Duitse naam Hermannstadt stamt uit die tijd.
Sibiu is samen met Luxemburg culturele hoofdstad van het jaar. Om die reden is veel geld uitgetrokken om de oude binnenstad te renoveren en de hele bestrating te vernieuwen.

Typisch voor de stad zijn de oude stadswallen en zijn verdedigingswerken. Het was een van de best versterkte steden van Transsylvanië. En dat is nu nog duidelijk te zien aan de drie verdedigingsgordels die de stad moesten beschermen tegen aanvallen.
De kern van de stad wordt gevormd door drie in elkaar overlopende pleinen, de één nog mooier dan de andere, en met mooi gerestaureerde koopmanshuizen, kerken en een stadhuis uit 1470. Typerend zijn de rode daken met kleine dakkapellen die als ogen het plein bewaken.

De orthodoxe kathedraal die we bezoeken is een afspiegeling van de Hagia Sophia in Istanbul.
We lunchen met de groep, uitgebreid en lekker, in een Italiaans restaurant. Na afloop maken we nog een wandeling door de benedenstad. Sibiu is een mooie en gezellige stad waar je nog best een paar dagen langer zou kunnen verblijven.
Rond 4 uur worden we weer met de taxi naar de camping teruggebracht.
De rest van de avond besteden we aan het startklaar maken van onze gegevens voor internet.

Woensdag 12 september
We staan om zes uur op en zijn om kwart over zeven startklaar. Het is zeven graden en het regent. We verlaten Sibiu en rijden via een schitterende binnenweg (73A) naar Bran om een middeleeuws kasteel te bezoeken. Wij zijn ondanks de regen niet de enige bezoekers. We kijken omhoog en zien het kasteel liggen. Het staat mooi in het landschap en we besluiten met dit hondenweer niet naar boven te klimmen.
We gaan op zoek naar een internetcafé en plaatsen onze eerste informatie over de reis op de site. Als dat na een uur gebeurd is trekken we verder.

We rijden binnenwegen. We zien regelmatig geplastificeerde Christusfiguren op een kruisbeeld aan de kant van de weg. Waarschijnlijk goedkoper dan een corpus van ander materiaal.
De route door het binnenland is fantastisch. We komen door dorpen waar de tijd stil is blijven staan.
En ineens zitten we in een heel arm zigeunerdorp, Moroeni. Vrouwen lopen met takkenbossen op de rug, mannen mennen hun paard en wagen. Iedereen hangt buiten over de schutting en praat met elkaar. Als wij door het dorp rijden kijkt men ons argwanend na. De Roemenen lijken wat afstandelijker te reageren op toeristen dan de Hongaren. Onderweg zien we veel wegwerkzaamheden. Alles wordt handmatig gedaan, er zijn nauwelijks machines die het werk voor de werklui vergemakkelijken.

Dan zien we ineens een gezin in de wei een varken prepareren. Het is gekookt en daarna aan het spit gegrild. Dit willen we van dichtbij zien. We stappen uit en vragen of we mogen fotograferen. Geen probleem.

De man begint het varken in stukken te snijden en biedt mij een stuk van het oor aan. Ik moet even slikken voordat ik een hap uit het varkensoor neem. Ik zet Marijke voor het blok en zij moet er ook aan geloven. Dit zijn wel de leuke onverwachte momenten van het reizen.
In Sinaia bezoeken we het kasteel Peles (1883) van Koning Karel I van Roemenië. Het kasteel is gebouwd als zomerresidentie. Kosten nog moeite zijn gespaard om het kasteel een weelderig aanzien te geven. En het is gelukt, het ziet er uit als een sprookjesslot.

Van binnen is het met zeer veel smaak ingericht. De houtbewerkte deuren en kamers geven het interieur een warme uitstraling. Het kasteel had centrale verwarming, riolering en een centraal stofzuigersysteem! Via Tagoviste, de plaats waar Ceausescu en zijn vrouw gevangen zijn genomen en doodgeschoten, komen we in de spits in Boekarest aan.

We vinden dankzij Chiel en Nely, die voor ons rijden, de camping. De beschrijving in het boek was niet helemaal duidelijk. Een aantal mensen heeft onbedoeld het centrum van Boekarest gezien. En in het spitsuur is dat geen sinecure. Rond 8 uur is iedereen gearriveerd. We eten met 6 mensen gezellig in het dichtstbijzijnde restaurant. Het was een lange dag. We zijn moe en voldaan.

Donderdag 13 september
Rond kwart over acht vertrekken we vanuit de camping, op weg naar Bulgarije. In de drukte van Boekarest proberen we met doodsverachting op een snelweg te komen zonder overreden te worden. Voor ons knallen twee auto’s op elkaar bij wie de poging niet gelukt is. De onderdelen vliegen rond onze oren, nu wij nog. Door dit ongeluk is iedereen even beduusd en van die seconde stilstand maken wij gebruik om op het weggedeelte te komen waar we moeten zijn.
De grenspassage stelt niets voor, binnen enkele ogenblikken staan we in Bulgarije.

Het land ziet er iets welvarender uit dan Roemenië. Ook zijn de mensen iets vriendelijker en toegankelijker. We rijden de E85 richting Veliko Tarnova. Onderweg bezoeken we een klein klooster aan een smalle bergweg, het Preobrazenski klooster.

   

Prachtige fresco’s die gedeeltelijk gerestaureerd zijn. Een heel oude monnik zat te knikkebollen in het kerkje.
We lunchen op deze verlaten plek met schitterend uitzicht en genieten van de stilte om ons heen.
Onze camping van deze dag ligt ook in de buurt van een klooster. Vele kloosters speelden een belangrijke rol in het verzet tegen de Turken.

           

Het klooster is minder indrukwekkend dan het bos vol met boscyclamen.
Ons avondeten bestaat uit macaroni en er is voldoende voor twee dagen. Morgen bij de grensovergang naar Turkije hoeft er niet gekookt te worden.

Vrijdag 14 september
Ons reisboek geeft als vertreksuggestie acht uur aan en zowaar wij houden ons eraan. Niet de waypoints, want die kloppen niet. Alles loopt prima totdat er een wegomlegging komt. Wij zien auto’s doorrijden. Wij denken “wat zij doen, kunnen wij ook”, en wij rijden er vrolijk achteraan, totdat de politie ons terugstuurt.
De weg is geblokkeerd en we kunnen niet verder. We wijzen naar de auto’s die doorrijden. Die gaan naar dorpen in de buurt. De politie wijst ons een weg aan via Gabrovo. Als we terugkeren van het verkeerde pad, zien we vele van onze reisgenoten richting politie rijden. Ook zij hebben gedacht dat de blokkade niet voor hen bedoeld is. Omdat het cyrillische schrift voor ons niet te lezen is, weet je ook niet welke aanwijzingen op de borden staan. Een hele groep is teruggereden naar de camping en heeft daar samen met de leiding een nieuwe strategie bepaald.
Wij hebben, vanwege ons nog steeds niet werkende 27mc bakje, dit alles niet meegekregen en onze eigen plan getrokken.
Op de kaart zien we dat er aan de oostkant ook een weg loopt en we vinden die korter dan de door de politie geadviseerde weg. We beginnen er blijmoedig aan totdat we een bord tegen komen waarop vermeld staat dat de bergpas gesloten is.

Dat is een tegenvaller. We proberen een andere bergpas die wel open is, maar een zeer slechte en smalle weg heeft. De mooie natuur compenseert deze gebreken.

Bij de Turkse grens verloopt het voorspoedig. Wel wordt alles wat open kan opengemaakt.
We rijden naar de camping in de vooronderstelling dat wij de laatsten zullen zijn. Tot onze verbazing is er echter slechts één camper gearriveerd. We zoeken een mooie plek, drinken een borrel met de groep en proberen samen met de muggen in onze camper te gaan slapen. Zij kunnen de slaap niet vatten en ik daardoor ook niet.

Naar verslag Turkije