Chili 2

Vrijdag 7 januari
Het is prima toeven op de camping. We wassen, rommelen en zwemmen. Els en Giel rijden vandaag terug naar Santiago om de kinderen uit te zwaaien.
‘s Avonds komt een busje ons halen voor een bezoek aan het observatorium van Mamalluca.
We krijgen een uitgebreide uitleg over ons sterrenstelsel door een gepassioneerde amateur astroloog. Vervolgens kunnen we door aanwijzingen van de astroloog via een laserlampje verschillende sterrenbeelden in de heldere sterrenhemel herkennen en met telescopen de maan, diverse planeten en sterren bekijken. Via de telescoop maken we zelfs een foto van de maan.
Hij attendeert ons ook op een boeiende website over sterrenkunde: www.stellarium.org.

Als we rond half twaalf thuiskomen blijkt onze bus in bezit te zijn genomen door een hele kolonie kleine miertjes. Het muskietengaas van de camper bleek  voor hen voldoende ruimte te bevatten om zich onbeperkt toegang tot ons terrein te verschaffen. Een uur lang meppen we er op los. Als er geen mier meer te zien is gaan wij slapen.

Zaterdag 8 januari
Nog maar nauwelijks onze ogen open zien we weer hordes mieren over vloer en kastjes wandelen. We gaan op onderzoek uit hoe deze beestjes in onze auto komen. Een overhangende tak op ons dak blijkt als loopplank te dienen. Vandaar wandelen ze via het horrengaas naar binnen. Ook blijken ze zich onder onze motorkap genesteld te hebben. Een spuitfles biedt uitkomst. Zo zijn we weer een halve morgen bezig met zaken die we niet als prioriteit op onze vrije dag hadden staan.
Rond  één uur gaan we naar de oudste Chileense piscofabriek Sola de Pisco Elqui waar het beroemde merk Tres Terres wordt geproduceerd. We bekijken de productie van pisco sour, de nationale drank van Chili en ook van Peru. Het recept omvat drie delen pisco, een deel limoensap, eiwit, suiker en ijsblokjes naar believen. Het geheel goed schudden en zorgen dat je niet denkt dat het limonade is.
De rondleiding gebeurt deels in het Nederlands deels in het Engels. De gids heeft een aantal jaren in Vlaanderen gewoond, maar merkt dat hij de taal niet meer zo goed machtig is. Na afloop kunnen we allerlei soorten pisco proberen. Omdat wij nog aan de site willen werken, beheersen we ons en gaan met een fles dessertwijn naar huis.

      

Zondag 9 januari
Via La Serena nemen we de route 5 via Copiapo naar het noorden, ook wel El Norte Chico genoemd. Het Andesgebergte gaat vrijwel direct over in het kustgebergte dat bestaat uit twee gortdroge gebieden: de Atacamawoestijn en de Pampa del Tamarugua. De aanvankelijk nog lage bossage gaat al snel over in eindeloze zandvlakten zonder enige begroeiing. En toch zie je in deze eindeloze woestijn soms nog optrekjes van golfplaat waar je bewoning vermoedt.

Het eerste woestijnstadje is Copiapo, het hart van de zilverproductie. We rijden door het stadje om te kijken of er iets te zien is van activiteiten rondom de Dakar race. Maandag zullen de deelnemers  hier aankomen. Het stadje slaapt en is zich van geen race bewust. Dan maar door naar onze overnachtingsplaats aan zee, Bahia Inglesa. De Duitse ploeg van Seabridge is ook gearriveerd en de camping vertoont een hoog campergehalte. Onze opklapdaken krijgen veel bekijks, kennelijk een product dat in Chili niet wordt gemaakt.

Maandag 10 januari
We vervolgen onze weg door de Atacama woestijn. Tot onze verrassing bestaat het ons tegemoetkomend verkeer grotendeels uit deelnemers aan de Dakar race. Ze hebben een rustdag en rijden nu naar Copiapo voor het volgende onderdeel van de race. Alle soorten trucs, aan alle kanten beplakt met reclame, terreinwagens, volgauto’s met onderdelen, en motorrijders passeren ons.

ch-0111-334-t-dakar

We vermaken ons uitstekend. Er doen veel Nederlanders aan de race mee, zo gaan twee wagens van Van Rooy aan ons voorbij. Het is een kunst om deze Dakarwagens op de foto te krijgen. Je bent te laat of te vroeg met afdrukken en de leegtes op de foto’s zijn legio.
We verlaten de grote weg om in Punta Taltal te gaan lunchen. We moeten een kleine kloof door om aan zee te komen.

Bij een zacht briesje met zicht op de vissersbootjes drinken we onze koffie en gaan lunchen in een eenvoudig restaurantje aanbevolen door de Lonely Planet. We krijgen een soep met maïs, vlees en aardappel, terwijl we dachten dat ze ons een vissoep zou serveren. Zonder menukaart en ook geen woordenboekje bij de hand, is het moeilijk kiezen.

Op weg naar Antofagasta komen we midden in de woestijn het elf meter hoge kunstwerk tegen van de Chileense kunstenaar Mario Irarrazabal. Uit ijzer en cement heeft de Chileen een levensgrote hand gemaakt, el mano del desierto. Niet erg kunstzinnig, wel grappig.
Zestien kilometer ten noorden van de stad Antofagasta staat La Portada, een indrukwekkende rotsboog in zee. Hier is ruimte genoeg om te overnachten. We zien dat mensen de laatste resten opruimen van het Dakar-gebeuren. Op deze plek hebben de deelnemers voor de Dakar race zich verzameld.

Dinsdag 11 januari
Om  tien uur worden we in Calama verwacht voor een bezoek aan de grootste kopermijnen van Chili,  Chuquicamata. Het is 230 kilometer rijden en als we als eersten vlak na zeven uur vertrekken merken we al gauw dat het een race tegen de klok zal zijn om op tijd te zijn. Er is veel lokaal verkeer en de  bochten en stijgingen in de weg maken het niet altijd mogelijk om vrachtwagens te passeren.
We bereiken om een minuut voor tien de afgesproken plek en het volgende half uur druppelen ook de anderen binnen. Iedereen had zich op de tijd verkeken. Gelukkig kan de excursie een half uur worden uitgesteld.

De open kopermijn werd al in 1915 ontgonnen en was oorspronkelijk in handen van de familie Guggenheim. Allende heeft het bedrijf genationaliseerd en nu is het een staatsbedrijf genaamd Codelco. Het is een enorm bedrijf met 20.000 werknemers. Alles bij deze mijn is gigantisch. De weg om bij het diepste punt te komen waar de delfstof wordt opgegraven is 4 km lang. De doorsnee van de krater is 2 kilometer en de totale diepte is 730 meter. Met trucks waarvan alleen de wielen al 3,5 meter hoog zijn en het laadvermogen 310 ton bedraagt, wordt het steen en zand verplaatst. Vanaf een platform kunnen we de bezigheden in de “kuip” waarnemen en fotograferen. Naast koper worden er ook andere delfstoffen opgegraven zoals zilver en zout.
Vlak bij de mijn zijn door de maatschappij hele woonwijken gebouwd met alle daarbij horende voorzieningen, zoals scholen en een uitstekend ziekenhuis. Maar door de uitbreiding van de mijn raakt langzamerhand het dorp bedolven en zijn de mijnwerkers verplicht in woonwijken in Calama ondergebracht. Het dorp ligt er nu verlaten bij.
We doen in Calama boodschappen en rijden door naar San Pedro de Atacama, een typisch toeristisch woestijnstadje. Van hieruit worden excursies naar de zoutvlakten, de geisers en de Valle de la Luna gemaakt. Onze camping ligt midden in de stad en met ons busje in de volle zon ervaren we aan de lijve wat kamperen in de woestijn betekent.

Woensdag 12 januari
We verkennen het stadje, bezoeken het plaatselijke museum, lopen het zeventiende eeuwse kerkje binnen en proberen te internetten. Zoals wel vaker in Chili werkt de aangekondigde Wifi op het dorpsplein niet.
Bij de koffie maken we een plan voor de komende dagen. Omdat wij geen excursie voor de geisers hebben geboekt (IJsland heeft ruim aan onze behoefte voldaan), kunnen wij eerder naar het noorden trekken, een rustige camping zoeken en onze site bijwerken.
We pakken de auto in en rijden naar de zoutvlakte Salar de Atacama bij Toconao. Midden in deze vlakte is een klein meer waar flamingo’s en andere vogels vertoeven. Het verbaast ons hoe weinig toeristen er zijn, terwijl het toch een van de grootste zoutvlaktes van Chili is.

Vervolgens rijden we aan het einde van de middag door naar Valle de la Luna. Ook hier weer prachtige rotsformaties in het avondlicht.

Rond zeven uur zijn we in Calama en belanden op een verlopen camping midden in de stad. Hier staat ook het Belgisch gezin uit Equador. Wij hebben hen eerder in El Calafate ontmoet.

Donderdag 13 januari
We hebben ons South American handboek geraadpleegd voor een leuke camping aan zee. Ze beschrijven een vissersdorpje met kampeermogelijkhden. We besluiten daar naar toe te gaan. Als we aankomen moeten we lachen: tien uit golfplaten opgetrokken huisjes, enkele tentjes op het strand en een vissersbootje in het water. We waren even vergeten dat we in de woestijn zitten en dat een vissersdorpje andere beelden oproept dan dat we hier aantreffen. Dat geeft weinig hoop voor de volgende campings.

Uiteindelijk besluiten we door te rijden naar Iquique. Hier is in elk geval een camping en het is ook de plek waar de groep zich over enkele dagen bij ons zal voegen.
Er is een groot zwembad, een zanderig terreintje met enkele boompjes en een voetbalveldje. We proberen onze auto onder een boompje te zetten, moeten iets manoeuvreren. Net als we deze positie bereikt hebben zit de bus vast in het zand. Geen mens te zien op de camping. We graven, leggen onze lichtgewicht rijplaatjes onder de voorwielen maar krijgen de auto niet uit het zand. Nu ja, we staan goed. We wilden rust en tijd om aan de site te werken en dat hebben we nu. We kunnen geen kant uit. Tot onze grote hilariteit kwam de mevrouw van de camping ons vragen om de auto te verplaatsen omdat we op het tentenveldje staan. We willen wel, maar kunnen niet …. We staan standvastig op onze plek.

      

Vrijdag 14 januari
Om tien uur zitten we met computers, boeken, kaarten en aantekeningen in de ontspanningsruimte van de camping en proberen we onze achterstand op de site in te halen. Het moet ons lukken morgen alles op de site te plaatsen.

P.S.
Naar aanleiding van vragen over de oplossing van onze accuproblemen, het volgende. Onze poging om de accu van Exide via kennissen naar Argentinië of Chili te krijgen, bleek toch een stap te ver. Daardoor waren we genoodzaakt als tijdelijke oplossing een zuuraccu te kopen. Dit was echter niet simpel, omdat deze accu dezelfde grootte en capaciteit als de gelaccu moest hebben. Bovendien moesten de polen op dezelfde plek zitten. Nadat we deze accu eindelijk gevonden hebben, heeft Michel de accu er ingezet. De oude accu hebben we bij een camping achter gelaten. We hopen dat hiermee onze accuproblemen tot in Nederland zijn opgelost.

Zaterdag 15 januari
Het is ons gelukt: alles is klaar voor de update en we kunnen naar de stad om het op de site te plaatsen. Er wordt door de mevrouw van de camping een taxi besteld. De man wordt geïnstrueerd dat hij niet meer dan 4000 peso’s mag vragen en ons wordt uitdrukkelijk aangeraden niet meer dan dit bedrag te betalen.
Iquique is een rustig stadje en ligt aan de noordkant tegen Peru aan. Het oude centrum is aardig om te zien. Opvallend zijn de grote rode pijlen op de weg met de aanduiding ESCAPE. Hiermee geven sommige plaatsen aan zee de vluchtweg voor de bewoners aan, in geval van aardbeving met tsunami en dat komt in Chili nog al eens voor.
Als alles op de site is gezet, eten we een visje en brengen de middag zwemmend en luierend op de camping door. Wat een luxe!

Zondag 16 januari
Gewassen, ingelezen en genoten van de zon. Aan het einde van de middag komen de anderen naar Iquique. Als Wim bij de ingang vraagt of er al andere Nederlanders zijn gearriveerd zegt de mevrouw van de camping: “Ja, een moeder met haar dochter.” Jullie begrijpen dat over deze opmerking de nodige grappen zijn gemaakt. We hebben genoten van onze rust maar vinden het ook leuk de groep terug te zien.

Maandag 17 januari
Nog een keer met de taxi naar Iquique. De stad is nu veel levendiger dan zaterdag: overal kraampjes en diverse muzikanten met live muziek.

Het valt ons op dat we op onze hele reis geen moslimvrouwen met hoofddoekjes hebben gezien. In Iquique zien we de eerste drie vrouwen. Wat een verschil met Utrecht!
Als we uit de stad terugkomen wordt onze auto uit het zand geduwd. Met zoveel mensen is het een fluitje van een cent. ‘s Avonds drinken we met Sonja en Michel de champagne die wij hen hadden aangeboden vanwege de erkenning van Globus Overland door de SGR (Stichting Garantiefonds Reisgelden).

Dinsdag 18 januari
Drie Chileense mannen hebben de hele nacht housemuziek gedraaid. En dat is beslist geen muziek waarbij je in slaap valt. In Nederland zou zoiets op een camping ondenkbaar zijn, maar hier behoort het tot de levensstijl van de Zuid-Amerikanen.
Gelukkig vertrekken we vandaag naar het noorden, naar Arica. Onderweg bezoeken we de verlaten mijnstad Humberstone. Ontstaan in 1872, op haar hoogtepunt in 1940 en verlaten in 1960 toen de nitraatproductie in de regio instortte.

ch-0111-2-013-t-humberstone

We zien de overblijfselen van een ooit bloeiende stad waar alle faciliteiten voor de mijnwerkers en hun gezinnen aanwezig waren: theater, ziekenhuis, luxe hotel,  zwembad en winkels. Dit maakte het harde leven in een afgelegen woestijnstad nog enigszins dragelijk.

Daarna gaan we op zoek naar de ‘Gigante de Atacama’, een mensenfiguur van 86 meter lang. Het waypoint klopt niet met de locatie waar het gelegen is. We reizen zonder Gigante verder.
Eenmaal in Arica slaan we bij de plaatselijke grote supermarkt lekkere voorraden in voor de komende dagen. We staan op een groot zanderig terrein van een eenvoudige camping. Voorzien van grote tassen met voedsel en drank brengen hier hele families een ontspannend dagje door aan het veel te kleine zwembad.
Een Chileense familie met zeven kinderen en verdere aanhang heeft de hele huisraad meegenomen om enkele dagen op de camping te kunnen staan. Uit een pick-up komen matrassen, beddengoed,  een keukeninventaris en een grote hoeveelheid kleine tentjes. En dat terwijl ze zelf maar enkele kilometers van de camping wonen. Je hoeft niet ver te reizen om vakantie te houden.
Wij en zij zijn de enige campinggasten.
De twee rustdagen die we hier hebben worden besteed aan lekker eten, wassen en inlezen voor Bolivia. Tineke en Edwin zijn eerder dan verwacht weer aangesloten bij de rest. Met een rondje pisco sour van Michel en Sonja tijdens de gemeenschappelijk barbeque vieren we het weer compleet zijn van de groep. Edwin en Tineke hebben voor alle groepsleden een sleutelhanger gekocht  als dank voor de ondersteuning op afstand.

Vrijdag 21 januari
We trekken oostwaarts het binnenland in, op weg naar Putre. Veel Italiaanse immigranten hebben zich in het vruchtbare dal gesetteld waar zij groente en fruit telen, onder andere tomaten en mango’s.
Het volgende dal is ook vruchtbaar, maar omdat het water in dit gebied afkomstig is van de vulkanen in plaats van de hoogvlakte, bevat het meer zwavel en is daardoor bijzonder geschikt voor de verbouwing van knoflook, maïs, ui en klaver.

Daarna is het afgelopen met de sappige valleien en wordt het landschap wat eentonig en zien we alleen nog  de Candelabro-cactus. Dit is een boomachtige cactus die als enige in dit bergachtige zanderige gebied kan overleven. We zitten weer behoorlijk op hoogte en midden in de eenzaamheid van de woestijn staat een tentje waar coca thee verkocht wordt. Precies wat we nodig hebben.  Een kleine commune heeft hier haar plek gevonden. Er wordt gezongen en gitaar gespeeld. Bijzonder…

Uiteindelijk belanden we in Putre. Onze laatste overnachtingsplaats in Chili. Het leuke dorpsplein heeft een prima parkeerterrein voor onze busjes. We eten, internetten en proberen vroeg te gaan slapen in de koude bus.

Zaterdag 22  januari
Om zes uur zijn we op en zien de plaatselijke politie met zwaailicht rondjes rijden rond het plein. Veiliger kan het niet worden. Door de kou en de hoogte wil de motor niet starten en vervolgens wil hij de steile heuvel niet op. Ik laat me naar beneden zakken en kom tot stilstand voor een politieauto. De agenten vragen of ik moeilijkheden heb. Ik niet zozeer maar wel de auto. Met horten en stoten komen we boven.
Ons eerste doel is het dorpje Parinacota. Het ligt op 4329 meter hoogte. Als wij om 8 uur in het dorpje van 50 huisjes arriveren, is alles nog in diepe rust. Het gehuchtje is gebouwd rond het witte kerkje uit 1789. Primitieve wandschilderingen sieren de muren. De mensen leven nog zonder stroom en andere gemakken van deze tijd. Het voelt als teruggaan in de tijd. Er zal in dit dorp weinig veranderd zijn de afgelopen eeuwen.
Wel proberen de inwoners iets aan het toerisme te verdienen. Enkele stalletjes met souvenirs staan op het kleine dorpsplein, maar veel inkomsten zal dit niet op leveren. Michel en Sonja trakteren de groep op cocathee.
De route is weer prachtig, Voorbij het dorp Parinacota  passeren we een aantal moerasgebieden die vanwege hun vruchtbaarheid veel dieren aantrekken. Een eind verderop rijden we langs het Lago de Chungara, een uitgestrekt meer omgeven door met sneeuw bedekte vulkanen.

ch-0111-2-099-t-weg-naar-bolivia

Bij Tambo Quemado gaan we de grens met Bolivia over.

Naar verslag Bolivia